HTTP://AMALGAAMVRIJNEDERLAND.TK



lezing
Geplaatst door: administrator

CVS en MELezing Paul van Meerendonk D.D. 8 januari 1998 in Den Bosch.

link
CVS/ME en evt. oorzaken
Behandelingen:
Immuundysfunctie
Hormonale stoornissen
Infecties
Leverontgiftingsstoornissen
Slaapstoornissen
Fibromyalgie
Mitrochrondiale functie
Allergiën Eliminatiedieet en IgG4
Tekorten in nutriënten
Metalenbelasting
Stoorvelden
Psychische factoren
Fixatiedysparatie
Enzym-gepotentieerde desensibilasatie (EPD)
In deze lezing wil ik een nieuwe aanpak van het Chronische Vermoeidheidssyndroom (CVS/ME) belichten; een aanpak, zoals die door de Amerikaanse internist en ex-ME-patient Jacob Teitelbaum wordt toegepast. Teitelbaum publiceerde in 1996 een studie, waarin hij 64 patiënten met ernstige chronische vermoeidheidstoestanden behandelde met deze multifactoriële therapie. Onder invloed hiervan herstelde 57% van de patiënten volledig en 39% gedeeltelijk; slechts 4% had geen baat.
Gemiddeld trad verbetering op na 7 weken behandeling. Sommige patiënten verbeterden pas na een jaar. Enkele jaren geleden bezocht een Belgische ME-patiënt mijn spreekuur, die in een korte tijd sterk mij de aanleiding om me in deze behandeling te verdiepen.
Ik pas Teitelbaum's methode nu ongeveer 1 1/2 jaar in grote lijnen toe met hier en daar wat veranderingen en aanvullingen. De resultaten tot nog toe zijn goed tot zeer goed bij ca. 80% van de patiënten. 10-15% van de patiënten lijkt niet op de behandeling te reageren.

Zoals bekend wordt de diagnose CVS/ME gesteld op basis van criteria. Het meest gebruikt worden de criteria van de CDC (Centers of Disease Control) van 1994. De CDC hanteert 2 hoofdcriteria en 8 nevencriteria. Om de diagnose te kunnen stellen moet je aan beide hoofdcriteria en ten minste 4 nevencriteria voldoen.
De hoofdcriteria zijn:

vermoeidheid, die langer dan 6 maanden, maar niet het leven lang bestaat; niet het gevolg is van aanhoudende inspanning; en niet in belangrijke mate wordt verlicht soor rust; en resulteert in een belangrijke vermindering van het niveau van beroeps-, studie-, sociale en persoonlijke activiteiten;
andere oorzaken voor de chronische vermoeidheid moeten zijn uitgesloten.
De nevencriteria zijn:
vermindering van het korte-termijn-geheugen en/of de concentratie in zodanige mate, dat deze leidt tot een belangrijke vermindering van het niveau van beroeps-, studie-, sociale of persoonlijke activiteiten;

keelpijn;

pijnlijk lymfklieren in de hals of oksels;

spierpijn;

gewrichtspijn in meerdere gewrichten, zonder roodheid of zwelling;

hoofdpijn van een nieuw type, patroon of ernst;

niet-verkwikkende slaap;

malaisegevoel na inspanning, dat meer dan 24 uur aanhoudt.
Elk van de genoemde klachten moet ten minste 6 achtereenvolgende maanden van de ziekte aanwezig zijn (continu of in perioden) en mag niet voorafgegaan zijn aan de ziekte!

De prevalentie (het vóórkomen van de ziekte) van CVS/ME in de V.S. volgens deze CDC-criteria uit 1994 bedraagt 600/100.000 (0.6%). Volgens de CDC-criteria uit 1988 is deze 300/100.000 (0.3%) en volgens de Australische criteria 1000/100.000 (1%).
De geschatte stijging van de incidentie (het aantal nieuwe gevallen in een jaar) in de V.S. was in het tijdvak 1988-1993 bij vrouwen 360% en bij mannen 557%.
Op basis van de Amerikaanse cijfers zouden er in Nederland niet 17.000 maar 90.000 patiënten met CVS/ME zijn. De voorzichtige schatting is gebaseerd op een onderzoek onder de huisartsen. Mede op basis van een uitspraak van een Utrechtse huisarts dat ME in Utrecht niet voorkwam, neem ik aan dat veel gevallen niet onderkend worden en bijvoorbeeld als gemaskeerde depressie worden afgedaan. Bij lichamelijk onderzoek van ME-patiënt vallen met name de verschijnselen van chronische immuunactivatie en functiestoornissen van het centrale zenuwstelsel op, zoals pijnlijke en som gezwollen lymfklieren, roodheid in de keel, toename van de ochtendtemperatuur, gestoorde evenwichtsproeven en overmatige reflexen.
In wezen is CVS/ME een toestand van chronische immuunactivatie met neurologische complicatie. Diverse scenario's zijn denkbaar en bedacht.
Laten we eens als voorbeeld nemen, dat de ziekte begint met de ziekte van Pfeiffer. Deze ziekte wordt veroorzaakt door het Epstein Barr-virus. De ziekte begint acuut met keelpijn, pijnlijke en opgezette lymfklieren, temperatuurverhoging en vermoeidheid. Het is geen zeldzaamheid, dat de patient, die door dit virus wordt getroffen pas na een half jaar of een jaar weer de oude is. De meeste patienten herstellen echter sneller. Maar bij sommigen verdwijnen de klachten niet en wordt de aandoening chronisch. Sommige onderzoekers gaan ervan uit, dat er bij deze patienten sprake zou kunnen zijn van een chronische infectie: het virus sluimert en onderhoudt de klachten. De meeste wetenschappers nemen echter aan, dat het virus na verloop van tijd verdwijnt en dat de aanhoudende klachten het gevolg zijn van een chronisch geactiveerd immuunsysteem. Het immuunsysteem doet net alsof het virus er nog is en blijft strijd voeren tegen een vijand, die er niet meer is. De immuuncellen (lymfocyten) produceren boodschapperstofjes (cytokines) om de rest van het afweersysteem te berichten, dat de vijand er nog is en de strijd moet doorgaan. Eén van die boodschapperstofjes is het interferom. Bij ME-patienten worden hoge bloedspiegels van deze stof gevonden. Spuit je interferon in bij gezonde mensen, dan gebeurt er iets opmerkelijks: ze krijgen ME-klachten, zoals vermoeidheid, temperatuurverhoging, pijnlijke lymfklieren, spierpijnen en concentratie- en geheugenstoornissen. Het interferon blijkt dus ook neurologische klachten te veroorzaken.
Zo blijkt interferon de centrale stuurorganen voor de hormoon-producerende klieren in het lichaam, de hypothalamus en de hypofyse, te kunnen onderdrukken. Indirect wordt zo de hormoonproduktie in de schildklier, de bijnieren, de eierstokken, de zaadballen verminderd.
Belangrijke klachten van een verminderde schildklierfunctie zijn: vermoeidheid, kouwelijkheid, lage lichaamstemperatuur, concentratie- en geheugensoornissen, gewichtstoename, droge huid, brosse nagels, verstopping en spierpijnen. De schildklier zorgt ervoor, dat de stofwisselingsactiviteit in het lichaam normaal blijft, dat het kacheltje in ons lichaam voldoende wordt opgestookt.
Belangrijke klachten van een verminderde bijnierfunctie zijn: vermoeidheid, hypoglycemie, stressgevoeligheid, steeds terugkerende infecties, lage bloeddruk en duizelingen. Een belangrijke functie van de bijnier is het immuunsysteem onder controle te houden en te voorkómen, dat het overactief wordt. De bijnier helpt ook de bloeddruk en het bloedsuiker-niveau op peil te houden.

Zowel bij mannen als bij vrouwen worden voor het geslacht en de leeftijd te lage testosteronspiegels gevonden. Dit kan aanleiding geven tot een verminderde functie van het immuunsysteem, spierzwakte en vermoeidheid. Een gestoorde productie van vrouwelijke geslachtshormonen kan o.a. tot premenstruele klachten aanleiding geven.
Klachten van toegenomen dorstgevoel en overmatig moeten drinken worden veroorzaakt door een verminderde productie van van het hypofysehormoon ADH (vasopressine). Ook de productie van groeihormoon, een ander hypofysehormoon, blijkt vaak verminderd te zijn.
Een ander gevolg van verhoogde interferonspiegels is de activering van dit enzym RNA-se-L, dat het lichaam gebruikt om o.a. virussen af te weren. Door de activering van dit enzym worden eiwitten van het virus afgebroken, maar ook in mindere mate menselijke eiwitten. Eiwitten vormen de hoofdbestanddelen van o.a. enzymen, die ervoor zorgen, dat de stofwisselling in het lichaam normaal verloopt.

Door de activering van het immuunsysteem gaat het lichaam ook reageren op stoffen, die voor ons ongevaarlijk zijn, zoals voedingsmiddelen. Bij 60% van de de ME-patiënten komen allergieën voor. Veel ME-patiënten hebben last van voedselallergie. Omdat de reacties op voedingsmiddelen meestal vertraagd optreden, bijvoorbeeld na vele uren of zelfs dagen, hebben veel patiënten zelf niet in de gaten, dat ze allergisch zijn voor voedsel. Een eliminatie/provocatiedieet en/of IgG4-antistofbepaling in het bloed kunnen hier uitsluitsel over geven.
Als het immuunsysteem geactiveerd is, waarom zijn ME-patiënten dan vaak zo gevoelig voor infecties (virusinfectied, Candida, parasieten)? Het blijkt dat het immuunsysteem bij hen, hoewel geactiveerd, toch verzwakt is. Eén van de meest voorkomende afwijkingen in het immuunsysteem bij ME-patiënten (bij 3 van de 4 patiënten) is een sterk verminderde Natural Killercel-activiteit. De Natural Killercel is één van onze belangrijkste beschermingen tegen virussen. Een verminderde activiteit ervan kan ervoor zorg dragen, dat een virus blijvend actief kan zijn in het lichaam. Er is dan sprake van een sluimerende infectie. Virussen, die een rol kunnen spelen zijn bijv.: Epstein-Barr-virus, cytomegalovirus, Herpestype 6, retrovirussen e.d.. Een recent onderzoek toonde aan, dat patiënten met een CVS/ME én hartklachten, waarbij antistoffen tegen cytomegalovirus werden aangetoond, vaak goed reagerne op hetr antivirale medicijn gancyclovir, een sterke aanwijzing voor een actieve infectie.


Laten we nog eens een ander scenario voor het ontstaan van CVS/ME onder de loep nemen.
De ziekte begint in een periode van chronische stress: overbelasting in werk, studie en sociale leven, psychische trauma's, zoals het verliezen van een dierbare, relatieproblemen, etc. Chronische stress doet een groot beroep op de bijnier. De bijnier moet grote hoeveelheden cortisol en adrenaline aanmaken en raakt bij chronisch overbelasting uitgeput. Bijnieruitputting geeft aanleiding tot chronische vermoeidheid. Stress heeft ook een negatief effekt op het immuunsysteem, de gevoeligheid voor infecties neem toe. Slaapstoornissen, die bij stress vaak voorkomen versterken de hormonale stoornissen en immuunzwakte.

Slaapstoornissen komen bij ongeveer 80% van de ME-patiënten voor. De hersenen van deze patiënten zijn overmatig prikkelbaar en overgevoelig voor licht, geluid en andere zintuiglijke prikkels. Dit wordt veroorzaakt door een dysbalns in bepaalde receptoren (NMDA-receptoren) in verhouding tot dempende receptoren (GABA-receptoren). Dit leidt ertoe dat prikkels van buitenaf, zoals licht en geluid, veel sterkeer worden waargenomen, maar ook prikkels van binnenuit, zoals prikkels vanuit spieren en pezen, wat bijvoorbeeld tot een verlaging van de pijndrempel aanleiding geeft. Fibromyalgie is een veel voorkomend gevolg van slaapstoornissen. Herstel van een normaal slaapritme is een prioriteit bij de behandeling van CVS/ME.

Een vaak voorkomend euvel bij CVS/ME zijn leverontgiftingsproblemen. Patiënten zijn vaak zeer gevoelig voor medicijnen, alcohol en chemicaliën. Met testen kun je aantonen, dat de omzetting van stoffen als caffeïne, aspirine en paracetamol vaak gestoord is. Vaak verloopt één bepaald ontgiftingsroute wel goed, of juist te goed, terwijl de andere route sterk achterblijft. De lever ontgift toxines vaak in twee fases: fase1 en fase 2. Als gevolg van het achterblijven van fase 2 bij fase lontstaat als het ware filevorming. Het vervelende is dat toxines die door fase 1 veranderd zijn van samenstelling soms nog toxischer zijn dan ze al waren. Het woord ontgifting is dan niet echt op zijn plaats. In fase 2 wordt een stofje, zoals glutathion, aan het door fase I veranderde toxine gekoppeld, waardoor het complex wateroplosbaar wordt en door de nieren kan worden verwijderd. Als fase 2 achterblijft bij fase 1 ontstaat dus een pool van toxines, die het lichaam zeer sterk belast.
Je noemt dit achterblijven van fase 2 bij fase 1 pathologische ontgifting. De Amerikaanse biochemicus JeffBland heeft aangetoond, dat bij veel ME-patiënten sprake is van pathologische ontgifting. Herstel van een normale leverontgifting ging gepaard met een vermindering van klachten.

Een belangrijke bron van toxines vormen de darmen. Bij C V S/ME is vaak sprake van een dysbiose: de darmen bevatten een overmaat aan toxine-producerende bacteriën. Vaak is er ook nog sprake van infecties met Candida en parasieten. Het één en ander zorgt ervoor dat de darmwand ten gevolge van ontsteking meer doorlaatbaar wordt. Ook de vaak voorkomende voedselallergieën kunnen hiertoe bijdragen. Je spreekt dan van een 'Ieaky gut'. Een leaky gut laat veel meer toxines door, dan een gezonde darm. Hierdoor wordt de lever, die het bloed moet reinigen van deze toxines, weer overbelast. Een leaky gut draagt ook bij tot het ontstaan van voedselallergieën. Darmsanering is daarom ook van wezenlijk belang bij de behandeling van CVS/ME.

Energieproductie vindt met name plaats in de mitochondriën, de energiefabriekjes in de lichaamscellen. De mitochondriën maken uit brandstoffen, zoals glucose (druivensuiker) en vetzuren, een voor het lichaam te gebruiken energievorm, het ATP (adenosinetrifosfaat). Uit één molecuul glucose maken de mitochondriën met behulp van zuurstof 36 moleculen A TP. Zonder zuurstof worden slechts 2 moleculen A TP gemaakt uit één molecuul glucose. Dit proces, de anaerobe verbranding, vindt buiten de mitochondriën plaats en leidt tot de productie van melkzuur. ME-patiënten zijn grootmeesters in de anaerobe verbranding, maar ware kneuzen in de aerobe verbranding, die 18 maal zoveel A TP oplevert. De mitochondriën van ME-patiënten zien er vaak vervormd uit onder de electronen-microscoop en met behulp van bepaalde technieken kunnen functiestoornis~en van de mitochondriën worden aangetoond.

Inventariserend komen we tot de volgende lijst van probleemgebieden, die bij het ontstaan en instand- houden van het ziektebeeld een rol spelen:

-Immuundysfunctie
-Hormonale stoornissen
-Infecties met gisten, parasieten, virussen en bacteriën
-Stoornissen van de leverontgifting
-Slaapstoornissen
-Fibromyalgie
-Mitochondriale dysfunctie
-Allergieën.

Als aanvulling hierop:

-Tekorten in nutriënten, zoals magnesium, ijzer, vitamine 812, carnitine
-Belasting met zware metalen, zoals kwik (amalgaam), lood en cadmium
-Stoorvelden, zoals haarden in het gebit, de amandelen en bijholten
-Psychische factoren, zoals depressie, angsten en onopgeloste levensconflicten
-Fixatiedysparatie, een coördinatiestoomis van de ogen, leidend tot klachten als snel vermoeide ogen, dansende letters bij het lezen, hoofdpijn, pijnlijke nekspieren en lichtovergevoeligheid
-Chemische overgevoeligheid.
Het is de verdienst van o.a. Teitelbaum en Cheney geweest om CVS/ME op al deze fronten tegelijk aan te pakken. Het lichaam wordt dan op meerdere fronten tegelijkertijd ontlast, zodat de draagkracht uiteindelijk voldoende wordt om gezondheid te herwinnen. Belangrijk is wel om met gerichte diagnostiek uit te zoeken op welk terrein de problemen bestaan bij de individuele patiënt met dit ziektebeeld. Dit houdt in de praktijk in dat naast het "routine-onderzoek", zoals dat door een internist gebeurt, de volgende onderzoeken worden gedaan:

Boedonderzoek naar bepaalde tekorten, zoals carnitine, vitamine B12 en ijzer
Uitgebreid hormonaal onderzoek, waaronder een bijnierstimulatietest
Uitgebreid voedselallergieonderzoek: een IgG4-test en/of eliminatie/provocatiedieet
Uitgebreid immuunonderzoek, inclusief onderzoek naar de Natural Killercel-activiteit
Onderzoek naar bepaalde virussen en bacteriën (zoals Borrelia en Mycoplasma)
Onderzoek naar leverontgifting, waarbij bepaald wordt hoe snel stoffen als paracetamol, aspirine en caffeine ontgift worden
Onderzoek naar zware metalen
Stoorveldonderzoek.
Niet al deze onderzoeken worden standaard aangevraagd, een aantal wordt alleen op indicatie gedaan. Op basis van de ziektegeschiedenis en klachten van de patiënt en de afwijkingen die bij de diverse onderzoeken worden gevonden, wordt een behandelingsplan opgesteld. Hieronder wordt de behandeling van de diverse deelproblemen in het kort beschreven.

Behandeling immuundysfuncie
In veel gevallen is de Natura! Killercelfunctie (belangrijk bij de afweer tegen virussen) bij ME-pati- enten gestoord. De Natura! Killercel stimuleer ik met de volgende middelen: Laryx (arabinogalactan), Arginine (een aminozuur), Vitamine C, Jodium en Organisch ijzer. Ook Viscum album (maretak) en Maitake stimuleren de NatUra! Killercelfunctie. Als de NatUra! Killercelfunctie op peil is gebracht, is het veel gemakkelijker om de rest van het im- muunsysteem te verbeteren met middelen als Eleuthero9°ccus senticosus (Siberische Ginseng), Panax Ginseng, Echinacea, Aloe vera, Shiitake, Astragalus, thymuspreparaten, zink, vitamine C, selenium, vitamine A, betacaroteen, etc.



Behandeling hormonale stoornissen
Bij 2 van de 3 ME-patiënten functioneert de bijnier onder de maat, een dysfunctionerende hypofyse en/ofhypothalamus kunnen hier aan ten grondslag liggen.
Behandeling van de bijnier met lichaamseigen hormonen in een lage dosis geeft in veel gevallen een verbetering te zien. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de hormoonpreparaten hydrocortison ( corti- sol), fludrocortison (Florinef) en DHEA. Florinef wordt met name gegeven aan patiënten met een lage bloeddruk en duizelingen. In het algemeen kunnen deze preparaten na 9-12 maanden weer worden afgebouwd en gestaakt. De bijnier kan ook met fytotherapeutica (kruiden) en vitamines worden geactiveerd: zoethoutwortelextract, vitamine B5, vitamine C, Siberische Ginseng en Panax Ginseng. Voorts kunnen injecteerbare celextracten worden gebruikt.
Bij de helft van de patiënten functioneert de schildklier niet optimaal. Vaakzijn nog (laag) normale concentraties van de schildklierhormonen T3 en T4 in het bloed aanwezig, maar dit is geen absolute maat voor een tekort. Een lage lichaamstemperatuur en klachten als kouwelijkheid, gewichtstoename, droge huid, obstipatie wijzen in de richting van een suboptimale schildklieractiviteit en rechtvaardigen een behandeling. Deze behandeling bestaat uit een lage dosering schildklierextract (Armour Thyroid). Sommige patiënten reageren beter op behandeling met T4 (Thyrax). De schildklier kan ook met schildklierextracten worden ondersteund. Alvorens de schildklier aan te pakken moet eerst de bijnierfunctie worden geoptimaliseerd.
De centrale stuurinrichting, hypothalamus en hypofyse, kan worden geactiveerd met celextracten en Panax Ginseng.
Tot slot kan een behandeling met testosteron, oestrogenen en progesteron nuttig zijn, als de bloedspiegels hiervan laag zijn.



Behandeling van infecties
Veel patiënten hebben last van Candidiasis, een gistinfectie. Candida albicans, de verantwoordelijke gist, is ook bij veel gezonden in het lichaam aanwezig. Onder bepaalde omstandigheden kan deze uitgroeien tot een ziekmakende vorm. Factoren, die deze transformatie bevorderen zijn: een slecht werkend immuunsysteem, antibiotica, de anticonceptiepil, corticosteroïden (bijvoorbeeld Prednison) en het gebruik van veel suiker.
Ik behandel Candida-infecties met een combinatie van de reguliere middelen nystatine (gedurende 5-8 maanden) en Trisporal (gedurende 6-12 weken), symbionten (darmbacteriën) en een suikervrij dieet. Soms is het ook nodig gist te vermijden. Verse knoflook (3 teentjes per dag) werkt even goed als nystatine. Natuurlijke middelen als caprylzuur, grapefruitzaadextract en tea tree oil hebben eveneens een anti-candida-effect.
Darmparasieten kunnen behandeld worden met de natuurlijke middelen Artemisia annua en Tricycline, e.d. Als reguliere middelen komen in aanmerking Flagyl en clioquinol.
Bacteriële infecties worden in de reguliere geneeskunde meestal met antibiotica behandeld. Veel ME- patiënten reageren hierop met een terugval. Daarom verdient het in de gevallen, dat antibiotica niet per se nodig zijn, de voorkeur natuurlijke antibacteriële middelen te gebruiken, zoals berberine en knoflook in hoge doseringen. Patiënten met de ziekte van Lyme en patiënten, die besmet zijn met Mycoplasma fermentans, hebben langdurig antibiotica nodig om te kunnen herstellen. Patiënten met het Golfoor- logsyndroom zijn in veel gevallen geïnfecteerd met de laatste bacterie en ook bij CVS/ME, dat zich exact zo manifesteert als het Golfoorlogsyndroom blijkt in een aantal gevallen deze bacterie verantwoordelijk te zijn voor het ziektebeeld. De behandeling bestaat dan uit 6-weekse kuren met het antibiticurn doxycycline (200 mg per dag). Genezing treedt meestal op na 4-6 kuren.

Virussen zijn erg moeilijk te bestrijden met reguliere middelen. Als CVS/ME begonnen is met de ziekte van Pfeiffer worden in de meeste gevallen goede resultaten geboekt met Myers' cocktails. Dit zijn injecties met concentraten van vitamines, mineralen, sporenelementen en adenosinemonofosfaat, die in een korte tijd in een ader worden ingespoten. Door de hoge bloedspiegels, die hierdoor bereikt worden, treedt een sterk antiviraal en immuunstimulerend effect op. De meeste patiënten beginnen na 4-10 injecties een verbetering te merken, die zich daarna voortzet. Ook indien CVS/ME begint na een infectie met een ander virus, treedt vaak een verbetering op door de Myers' s cocktails.
Andere natuurlijke antivirale middelen zijn zoethoutwortelextract, Echinacea, lysine, zink, vitamine C en het leverextract Kutapressin. Ook kan gebruik gemaakt worden van reguliere middelen als gancyclo- vir (bij cytomegalovirusinfecties) en valacyclovir (bij herpesinfecties).



Behandeling van leverontgiftingsstoornissen
Voor een goede leverontgifting is het belangrijk om een belangrijke bron van toxines, de darmen, goed te saneren. Dit betekent concreet, dat (potentieel) ziekmakende micro-organismen, zoals Candida albicans, parasieten en bepaalde bacteriën uit de darm moeten worden verwijderd (zie behandeling infecties). Voorts moeten het darmslijmvlies, dat vaak wat poreus is (Ieaky gut) en daardoor veel toxines doorlaat, en de darmflora worden hersteld. Voor deze doeleinden ontwikkelde de eerder genoemde biochemicus Bland het preparaat Ultra Clear Sustain, dat deze afwijkingen helpt herstellen. Het is natuurlijk belangrijk om ook de uitwendige bronnen van leverbelasting, zoals alcohol en medicijnen, te beperken.
Belangrijke natuurlijke middelen om de leverfunctie te ondersteunen zijn Silymarine (mariadistel), Taraxacurn officinale (paardebloem), Cynara scolymus (artisjok) en de volgende voedingsmiddelen: broccoli, bloemkool, andere koolsoorten, spruitjes, knoflook en ui. Jeffrey Bland ontwikkelde het voedingspreparaat Ultra Clear Plus voor het optimaliseren van de leverfunctie.



Behandeling slaapstoornissen
Het is van zeer groot belang, dat slaapkwaliteit en slaapduur worden genormaliseerd bij de ME-patiënt met slaapstoornissen. Een te korte of te ondiepe slaap vormt een belangrijke barfiere op weg naar herstel.
Natuurlijke middelen, die de slaap kunnen verbeteren zijn: tryptophaan, melatonine, valeriaan, citroenmelisse, passiebloem, Kava kava, e.d.. Als het niet lukt om de slaap met deze middelen te herstellen, is het nodig reguliere middelen in te zetten, die de slaapdiepte én -duur normaliseren. Lage doses amitryptiline (Tryptizol), clonazepam (Rivotril), e.d. zijn hier vaak van nut. Als de patiënt geleerd heeft om met natuurlijke en/of reguliere middelen weer goed te slapen (d.w.z. ten minste 6 maanden goed slaapt), kan geprobeerd worden om deze middelen weer af te bouwen.




Behandeling van fibromyalgie
Zeer belangrijk bij de behandeling is het herstel vaneen normale slaap. Voorts is het van groot belang hormonale problemen, zoals een vern1inderde schildklieractiviteit, aan te pakken. Ook infecties en voedselallergie kunnen oorzakelijke factoren zijn bij het ontstaan van fibromyalgie. Fibromyalgieklachten reageren vaak gunstig op hoge doses magnesiummalaat, hydroxytryptophaan en acetylcarnitine. Ook cocarboxylase (zie onder), methylsulfonylmethaan (MSM) en hoge doses gember kunnen nuttig zijn. In sommige gevallen is het nodig om lidocaïne-infusen te geven (werkzaam bij ongeveer 60% van de patiënten).



Behandeling mitochondriale dysfunctie
Verbetering van de energieproductie in de mitochondriën kan worden bewerkstelligd met de volgende middelen:
-Acetylcarnitine ( of eventueel carnitine ): bevordert hei transport en de verbranding van vetzuren in de mitochondriën. Veel ME-patiënten hebben een carnitinetekort, dat d.m. v. bloedonderzoek kanworden aangetoond.
-Coënzym Q10: belangrijk bij de vorming van ATP m.b.v. zuurstof.
-NADH: idem. Naast het effect op de energieproductie kan NADH ook de stemming verbeteren en een grotere helderheid in het hoofd bewerkstelligen.
-Adenosinemonofosfaat (AMP): voorloper van A TP , het universele energiemolecuul. Bovendien heeft AMP een anti- herpesvirus-effect.
-Cocarboxylase (thiaminepyrofosfaat): belangrijk onderdeel van een enzym, dat voorkómt dat brandstoffen anaëroob (zonder zuurstof) worden verbrand. Aerobe verbranding levert 18 maal zoveel energie op, dan anaërobe verbranding. Cocarboxylase kan spierverzuring en spierverzwakking tegengaan en een gunstig effect uitoefenen bij fibromyalgie.
Andere stoffen, die de energieproductie in de mitochondriën verbeteren, zijn magnesiummalaat, magnesiumaspartaat, zw~vel (MSM), ijzer, koper, vitamine B-complex en creatine.



Behandeling van allergieën
60% van de ME-patiënten heeft last van voedselallergie. Omdat het in de meeste gevallen om vertraag- de reacties gaat, die zelfs pas dagen na het eten van voedselallergenen kunnen optreden, hebben veel patiënten zelf niet in de gaten, dat ze allergisch reageren. Voedselallergie kan een variëteit aan klachten geven, waaronder neusklachten, bijholte-ontstekingen, astma, misselijkheid, diarree, obstipatie, spastische dikke darm, depressie, angsten, prikkelbaarheid, slaapstoornissen, migraine, andere vomen van hoofdpijn, eczeem, jeuk, netelroos, gewrichtspijn, spierpijn, hypoglycemie en niet te vergeten vermoeidheid.
Het is belangrijk om met een eliminatie-provocatiedieet en/of IgG4-test uit te zoeken, waarvoor iemand allergisch is. Het eliminatie-provocatiedieet houdt in, dat de patiënt gedurende een week tot tien dagen alleen maar dingen eet, die anders nooit of bijna nooit worden gegeten. Voedingsmiddelen als granen en zuivel zijn in deze fase taboe. Als na deze periode een duidelijke verbetering is opgetreden worden voedingsmiddelen één voor één ingevoerd volgens een bepaald protocol, om te onderzoeken welke van hen bepaalde klachten geven. Een IgG4-test is een bloedtest, waarmee antistoffen tegen een grote reeks van voedingsmiddelen worden bepaald. Deze IgG4-antistofferi vormen een indicatie voor vertraagde reacties op voeding. Overigens is geen enkele bloedtest 100% betrouwbaar. De IgG4-test heeft een betrouwbaarheid van ca. 80%.
Als vastgesteld is, waar iemand allergisch op reageert, moeten de betreffende items worden geëlimineerd uit het dieet. Als na verloop van tijd nog steeds reacties optreden na het nuttigen van de boosdoeners, kan overwogen worden om het lichaam ongevoelig te maken voor de betreffende voedingsmidde- len (desensibilisatie ). Enzym-gepotentieerde desensibilisatie (EPD) is hiervoor bij uitstek geschikt, omdat deze techniek ook de Natural Killercel activeert en daarmee de antivirale weerstand verhoogt.
EPD verhoogt bij 50% van de patiënten het energieniveau. Bij meer dan 80% van de patiënten geeft EPD een sterke verbetering of genezing van de allergie. Ook inhalatieallergieën (zoals hooikoorts, huisstofmijtallergie en allergie voor huisdieren) kunnen succesvol met EPD worden behandeld.



Behandeling van tekorten in nutriënten
De meest voorkomende tekorten zijn:
Magnesiumtekort. Aanvulling hiervan kan het beste gebeuren met magnesiummalaat, magnesiumaspartaat of magnesiuminjecties. Magnesiummalaat heeft in veel gevallen een gunstig effect op fibromyalgie.
Vitamine BI2-tekort. Dit tekort hoeft niet per se in het bloed zichtbaar te zijn. Een Zweeds onderzoek toont aan, dat er vaak grote tekorten in het centrale zenuwstelsel bestaan bij CVS/ME, terwijl de bloedspiegels nog normaal zijn. Cheney toonde aan dat 50-80% van de ME-patiënten gunstig reageert op hoge doses vitamine B12 per injectie.
IJzertekort. Ook zonder dat er sprake is van bloedarmoede kan er een ernstig ijzertekort bestaan. IJzer speelt een belangrijke rol bij de functie van de mitochondriën. Carnitinetekort (zie behandeling mitochondriale dysfunctie).



Behandeling zware metalenbelasting
Vermijden van blootstelling aan zware metalen, bijvoorbeeld door het amalgaam (een belangrijke bron van kwik) uit het gebit te laten verwijderen. Ontgifting van zware metalen met stoffen, die zware metalen uit het lichaam verwijderen, zoals DMSA en EDT A ( chelatietherapie).



Behandeling van stoorvelden
80% Van de stoorvelden bevindt zich in het hoofd, met name het gebit, de amandelen en de bijholten. Deze stoorvelden kunnen effecten op afstand uitoefenen en bijdragen tot de vermoeidheidsklachten. Zo kunnen in het gebit wortelresten, verstandskiezen, wortelkanaal-behandelde tanden en kiezen belangrijke boosdoeners zijn. Ook chronische bijholteontstekingen zijn een bron van vermoeidheidsklachten.



Behandeling van psychische factoren
Het is belangrijk, dat psychische problemen adequaat met psychotherapie (bijvoorbeeld Jungiaans) en zo nodig met ondersteunende middelen worden aangepakt. Natuurlijke middelen om depressie te behandelen zijn Hypericum perforaturn (Sint-Janskruid), tryptophaan en NADH.
Natuurlijke middelen om angsten te verminderen zijn Kava kava, valeriaan, magnesium, Siberische Ginseng, Koreaanse Ginseng, e.d. In uiterste gevallen kan ook gebruik worden gemaakt van medicijnen om deze problemen te behandelen.



Behandeling van fixatiedysparatie
Deze afwijking in de oogcoördinatie kan leiden tot klachten als snel vermoeide ogen, dansende letters bij het lezen, hoofdpijn, pijnlijke nekspieren en lichtovergevoeligheid. Kan worden gecorrigeerd met een prismabril. Vaak heeft de patiënt deze bril maar tijdelijk nodig.

Paul van Meerendonk, arts Biologisch Medisch
Amsterdamsestraatweg 544 A
3553 EN Utrecht