Regeringsbeleid ten aanzien van de fossiele brandstoffen en tegen het broeikaseffekt is totaal afwezig:
de internationaal afgesproken CO2 reductie faalt totaal

Infrastructuur, Verkeer en Vervoer        
overheidsTAKEN            Stichting Visie


Powered by counter.bloke.com   teller 2 november 2003
GLOBAL DIMMING:  (nl versie)
BBC HORIZON DOCUMENTAIRE OVER HET BROEIKASEFFECT
DAT NOG VEEL ERGER IS DAN HET NU LIJKT  (real media: eerst laden!)
GLOBAL DIMMING:  (uk versie)

 Gletscher in 1928Gletscher in 2004
Fossiele brand-
stoffen

Aarde is een nucleaire reactor
Auto & CO2

Landschap wijkt voor snelwegen:
A4
A6-A9
Verkeers gedrag

Supersonic Jets and Global Dimming
Toename CO2

Toename STOF

klimaat-
verande-
ring
zal
ons
vernieti-
gen


What Is Plan B?
Electri-
citeit

Good-
bye Sun-
shine
Failliet beleid RUIMTELIJKE ORDENING

Overheids-
beleid
regelen

Gemeenten
verzaken in
aanpak lucht- verontreiniging
Onafhan-
kelijk energie- ministerie

Global Energy - Reduction
De file gaat nooit meer weg Nederland ver achter met innovaties Het intellec-
tuele debat
Kunnen regerin-
gen leren?
Mensen zijn niet uit hun auto te krijgen

Blokkade eerste trein Betuweroute

Uitstoot CO2 hoger dan ergste prognose

Fossiele brandstoffen.
Het gebruik van fossiele brandstoffen zal wereldwijd exponentiëel toenemen.
Dat is een ijzeren logica waar niemand aan twijfelt.

Het is al tientallen jaren wetenschappelijk onderbouwd dat globaal
het klimaat verandert door de verbranding van kolen, olie en gas.
De extreem snelle opwarming van de aarde wordt door de mens veroorzaakt.

Dit is het duidelijkst te merken aan de wereldwijde afname van gletsjers. Sommige
gletsjers zijn volledig verdwenen in de laatste decennia(zie kader)

De oceanen
warmen meetbaar op met catastrofale gevolgen: stijging zeespiegel, toename zware stormen, meer waterdamp in de atmosfeer, verplaatsing van de moessons.
NederlandDistributieland

Lees verder
 
                  http://nmga.bergsport.com/alpijn/alpijn02b.html
                               De World Glacier Monitoring Service (WGMS) van de Universiteit van
                               Zürich onderzoekt het afkalven van gletschers over het gehele
                               aardoppervlak. Men heeft geconstateerd dat de Zwitserse Rhone- en
                               Aletschgletschers de laatste vijftien jaar een vijfde van hun volume
                               hebben verloren. Als dit in dit tempo doorgaat, zijn in 2050 alle gletschers
                               in de Europese Alpen verdwenen. Het WGMS wijt de afname aan de
                               mondiale klimaatopwarming. Als er veel sneeuw op de gletschers ligt
                               wordt de zonnestraling voldoende teruggekaatst. In zachte winters met
                               weinig sneeuwval echter staan de kale gletschers blootgesteld aan de zon
                               en absorberen makkelijker de zonnewarmte. Bovendien stimuleert
                               regenval het smeltproces op de gletschers. 
                               De sneeuwgrens komt ook steeds hoger te liggen. Iedere wintersporter
                               heeft er mee te maken. Men berekende in Oostenrijk dat de gemiddelde
                               wintertemperatuur daar de afgelopen tien jaar met een graad gestegen is.
                               Die graad extra leidt tot een verkorting van de sneeuwperiode met vier a
                               zes weken. Het Oostenrijkse KNMI verwacht dat in 2030 in de gebieden
                               onder de 1200 meter überhaupt geen sneeuw meer zal vallen. Nu ligt die
                               grens bij 800 tot 1000 meter. In Zwitserland doet men nog somberder
                               voorspellingen: de sneeuwgrens daar zou binnen enkele decennia
                               gestegen zijn tot 1800 meter. Daarmee komt de helft van de Zwitserse
                               skigebieden in gevaar. 
                               De wintersportdorpen voorzien grote problemen: toeristen zullen afhaken
                               als ze tijdens hun vakantie tegen bruine hellingen aan moeten kijken.
                               Bovendien zullen ze niet meer tot in het dal (of tot onder aan de skilift)
                               kunnen skiën. De oplossing wordt onder andere gezocht in de aanleg van
                               snelle hoge liften die de skiërs naar sneeuwzekere hoogten kunnen
                               brengen en in het gebruik van sneeuwkanonnen. 
                               Wat die sneeuwkanonnen betreft: zij kunnen pas hun werk doen als het
                               een graad of zes vriest. Pas dan kan uit water en lucht kunstsneeuw
                               worden gemaakt. Wil men in warmere tijden kunnen beschikken over
                               kunstsneeuw, dan is er sinds kort de oplossing van het geïsoleerde
                               kunstsneeuwdepot: als het voldoende koud is, wordt extra kunstsneeuw
                               geproduceerd en opgeslagen voor warmere tijden. 
                               De milieubeweging is mordicus tegen het gebruik van kunstsneeuw. Het
                               leidt tot een hoog energie- en waterverbruik. Om tien hectare grond te
                               voorzien van een dekkende laag kunstsneeuw is 15.000 tot 20.000
                               kubieke meter water nodig. 
                               Anderen nadelen zijn: 
                               - de structuur van kunstsneeuw is veel dichter; de onderliggende flora
                               wordt erdoor verstikt; 
                               - de grotere hoeveelheid smeltwater in het voorjaar, ontstaan uit de
                               compactere sneeuw, kan tot erosie leiden; 
                               - om sneller kristallisatie van de kunstsneeuw te bereiken worden dode
                               bacteriën en ook chemicaliën toegevoegd. 

                               Bron: Utrechts Nieuwsblad 13.2.2002 / NRC Handelsblad 28.2.2002 

                               Permafrost

                               Het ontdooien van permanent bevroren grond doet zich niet alleen voor in
                               streken als Siberië. Ook in de Alpen, waar berghellingen door permafrost bijeen
                               gehouden worden, is het verschijnsel waarneembaar. De kans op
                               aardverschuivingen en lawines wordt daardoor groter.

 

Sinds 30 jaar is bekend dat de groei van de wereldeconomie uitloopt op een
catastrofe. (club van Rome)
Door sommige regeringsleiders worden verwoede pogingen ondernomen
het tij te keren. Andere regeringsleiders stellen alles in het werk om deze
pogingen te ridiculiseren. Het is zonder meer krankzinnig dat landelijke
regeringen niet voldoende gemotiveerd zijn om de juiste praktische stappen te
nemen om een ramp te voorkomen. Het meest waarschijnlijke is dat de
energiebedrijven de overheidsdienaren met grote sommen geld omkopen.
Duidelijk was te zien en te horen tijdens de laatste klimaatconferentie dat zonder
uitzondering de landelijke overheden geen oog hebben voor kinderen maar slechts denken aan

het eigen geldelijke gewin. Stichting Visie gaat ondanks deze niet mis te verstane signalen
er van uit dat binnen de
Nederlandse overheid toch nog enkele verstandige mensen te
vinden zijn met een heldere blik. De regering Balkenende II bestaat helaas uitsluitend uit
mensen zonder enige visie, verstandig beleid moet dus van de hogere ambtenaren komen en
worden gesteund door alle Nederlanders. Helaas is de komst van het kabinet Balkenende III
en IV ook geen opluchting. Balkenende IV is zelfs geheel geredigeerd door het obscure
Bilderberg-gezelschap, gebaseerd op uitsluitend geheime afspraken tussen regeringsleiders,
bankiers en fabrikanten.
Via geheime afspraken zijn geen maatregelen denkbaar die het "bedrijfsleven"
onwelgevallig zijn. De Bilderbergers zijn een loot van de stam die heet: "samen voor ons eigen".
Langzaam moet toch het besef doordringen dat met geheime genootschappen in de regering
onmogelijk democratische politiek te bedrijven is ten behoeve van het algemeen belang.
Het lijkt erop dat de totale wereld in handen is van organisaties zoals het
puberale Skull & Bones.

Het Nederlandse Landschap.
 Bij iedereen moet nu toch wel duidelijk zijn dat de 'economie' Nederland vernietigt door willekeurig toe te staan dat overal  bedrijfsterreinen in oude weidelandschappen verrijzen. Nederland wordt door de totale afwezigheid van enig centraal beleid op het gebied van
ruimtelijke ordening volledig  overgelaten aan de lokale 'beleidsmakers' die gemakkelijk
zijn om te kopen en onder druk te zetten.
Het toelaten van het volbouwen van de laatste veenweidegebieden  in het z.g. 'groene hart'
geeft aan dat de overheid geen hart heeft voor Nederland.
De inburgering van immigranten kan achterwege gelaten worden omdat binnen één
generatie er geen Nederland meer zal zijn dat die naam verdient.


Uitstoot CO2 hoger dan ergste prognose

Door onze redactie wetenschappen

Rotterdam, 22 mei. De mondiale uitstoot van het broeikasgas CO2 stijgt veel sneller dan in de somberste prognoses was voorzien. De voornaamste oorzaak is de explosief groeiende economie van China.

Uitstoot van een fabriek van het Zwitserse bedrijf Krono in het Duitse dorpje Heiligengrabe, bij Berlijn.    (Foto Reuters) Uitstoot van een fabriek van het Zwitserse bedrijf Krono in het Duitse dorpje Heiligengrabe, bij Berlijn.

(Foto Reuters)

Dat schrijft een internationaal team onderzoekers in de online-editie van het Amerikaanse tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Sinds het jaar 2000 ligt de jaarlijkse groei van de uitstoot op ruim drie procent. In de periode 1990-1999 lag dat nog op één procent per jaar.

De jaarlijkse CO2-uitstoot van China is sinds 2000 ruwweg verdubbeld.

Een begeleidend persbericht noemt de trend „alarmerend”. Wat betreft CO2 blijkt de werkelijkheid zich volgens een veel ongunstiger scenario te voltrekken dan was voorzien in het zwartste scenario van het IPCC, het VN-orgaan voor bestudering van klimaatverandering. Dat publiceerde juist deze maand zijn schattingen van de kosten van CO2-beperking aan de hand van deze scenario’s.

Het nieuwe onderzoek wilde nagaan wat de belangrijkste verklaringen zijn voor de stijgende CO2-uitstoot. Het Amerikaanse ministerie van Energie leverde de voornaamste gegevens over nationaal gebruik aan energie en het aandeel steenkool, olie en gas daarin. Daarnaast is informatie van het IMF en van de VN gebruikt.

De opmerkelijke groei in CO2-uitstoot komt vooral van China, India en de ontwikkelingslanden. De uitstoot van de VS en vooral die van Europa groeit veel minder maar is in absolute zin hoog. In de voormalige Sovjet-Unie kwam rond 2000 een eind aan het afnemende energieverbruik sinds 1989.

Verontrustend is dat een eind is gekomen aan de daling van de energie-intensiteit van de voornaamste economieën. Het energieverbruik in relatie tot het bruto nationaal product stabiliseert nu of lijkt zelfs te groeien.

Ook is in geen van de negen onderzochte landen en regio’s sprake van enige ‘decarbonisatie’ van betekenis; de benodigde energie wordt onverminderd vooral onttrokken aan fossiele brandstof.

Naar schatting blijft tegenwoordig 48 procent van de geproduceerde CO2 achter in de atmosfeer. Voorheen lag dit getal wat lager, maar het lijkt erop dat planten en oceanen wat minder CO2 opnemen. In overeenstemming daarmee stijgt de CO2-concentratie van de atmosfeer de laatste jaren snel.

Wat de gevolgen zijn voor de huidige klimaatverandering is nog onduidelijk.



Een belangrijke bijdrage aan de CO2 emissie  levert de auto.
Sinds 1900 is er niets fundamenteels veranderd aan deze manier van voortbewegen.
Rechtstreeks afgeleid van de stoommachine van James Watt, die een liniaire beweging omzet
in een roterende. Het bij elke slag vertragen van de massa van de zuiger geeft een enorm
rendementsverlies wat nog versterkt wordt door de wrijving en het lawaai.
De zuigermotoren draaien al honderd jaar op benzine en dieselolie. Het auto-ontwerp

getuigt van een star conservatisme: het is al honderd jaar hetzelfde. De explosiemotor
is wereldwijd een bron van lawaai, stank en milieuvernietiging. Steden zijn daardoor
al tientallen jaren onleefbaar geworden. Grote delen van het platteland worden aan stank
en lawaai door voertuigen en vliegtuigen opgeofferd. Het rendement van deze motoren
is bovendien buitengewoon laag. Verreweg het grootste deel van de energie uit aardolie
wordt weggegooid in de vorm van weerstand, warmte, roet, stof, lawaai en slijtage.
Een stap die al honderd jaar geleden gedaan had moeten worden is de rechtstreekse
omzetting van brandstof in beweging, zonder tussenkomst van mechanica. Dit kan o.a.
door middels van brandstofcellen en lineaire electromotoren via de terugkeer
naar gelijkstroom. Het elektriciteitsnet met wisselspanning (50 of 60 Hz)
geeft een enorm rendementsverlies.
Bovendien veroorzaakt wisselspanning ionisaties en "elektrosmog",
elektromagnetische velden die tal van ziekten veroorzaken bij mens en dier. (door trafo's,
hoogspanningsleidingen etc.)
Het omschakelen naar gelijkstroom is een gigantische operatie maar geeft daarna zeer veel
energiebesparing. Alle elektronica werkt immers al op gelijkstroom! In computers, tv's,
telefooncentrales, radioapparatuur etc. hoeft dan enkel een spanningsregelaar gebouwd te
worden in plaats van een stroom slurpende omvormer.
Gemeenten verzaken in aanpak luchtverontreiniging (20/06/2005)

De helft van de gemeenten met ernstige luchtvervuiling heeft nog geen plannen gemaakt om dit probleem aan te pakken. Bij de andere helft ontbreken vaak concrete maatregelen en geld. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Stichting Natuur en Milieu deed naar de 37 luchtkwaliteitplannen die eind 2004 beschikbaar waren.

Sinds 1 mei vorig jaar zijn gemeenten met meer dan veertigduizend inwoners of bovengemiddelde luchtvervuiling (bijna tachtig in totaal) verplicht om een Luchtkwaliteitplan te maken. Het ministerie van VROM inventariseerde de plannen deze maand. De stichting gebruikte deze informatie voor haar onderzoek. 

Maarten van Biezen van Natuur en Milieu ziet verschillende oorzaken voor de nalatigheid van gemeenten: ‘Vaak wijzen ze naar het rijk als het gaat om maatregelen, terwijl dat niet altijd terecht is. Of er is een houding van: het hoeft nog niet, want het gaat best aardig. Ook dat is een misvatting.’

De gemeenten zouden vuile vrachtwagens kunnen weren, een goed fietsbeleid ontwikkelen, kunnen kiezen voor een schoon eigen wagenpark, of schone bussen inzetten, zegt de stichting. ‘Helemaal nu het rijk tweehonderd miljoen euro extra uittrekt om de luchtverontreiniging tegen te gaan, moeten gemeenten het voortouw nemen’, aldus Van Biezen.

Om de luchtvervuiling in Nederland terug te dringen, voert de Stichting Natuur en Milieu actie op drie fronten. Het rijk wordt benaderd met suggesties voor maatregelen. Burgers wordt gewezen op het bestaan van bijvoorbeeld roetfilters. En vooral voor de lokale overheden is de brochure ‘10 voor lucht’ samengesteld, met daarin tien maatregelen die gemeenten en provincies kunnen nemen. De brochure wordt eind juni gepresenteerd.

Jaargang: 2005
Miljoenen auto's verstoppen nu in elk land ter wereld de snelwegen en naarmate
de welvaart stijgt worden deze auto's in toenemende mate uitgerust met grotere
motoren en leggen bovendien steeds meer kilometers af per jaar. Het toegenomen
aantal applicaties van de auto zoals airconditioning, permanente verlichting en vierwiel
aandrijving vreten brandstof. Het is competitie geworden om een auto te kopen met
een a-sociaal grote cilinder-inhoud, zodat zichtbaar wordt hoe onverschillig men is over
de toekomst van de aarde en de bewoners.

Veel auto's worden vanwege de lagere accijns uitgerust met dieselmotoren waardoor
samen met de luchtvaart, waar straalmotoren eveneens gebruikmaken van diesel,
de hoeveelheid fijnstof (roet) in de atmosfeer enorm is toegenomen. Nederland is
daardoor één van de meest vervuilde gebieden op aarde. Het is eenvoudig door
de overheid te beïnvloeden met fiscale maatregelen, alleen onze regering is daar
anno 2006 te beroerd voor omdat zij immers in dienst staat van het bedrijfsleven.
Die 5000 (of 18000) extra Nederlandse doden per jaar als gevolg van luchtverontreiniging
neemt men graag op de koop toe. Het luchtverkeer laat men met dit no-nonsense beleid
tot het oneindige doorgroeien zodat de hele wereld in een roetwolk gehuld is.

(Zie kader onder deze bladzijde)
Vier en vijf liter motoren zijn in Europa geen uitzondering meer. Het individualisme
van deze tijd ontaardt in het nodeloze verwerken van zo veel mogelijk brandstof.
Grote jeep cherokees, volvo stationwagons, vierwiel-aangedreven terreinwagens,
enorme kolossen van staal en glas verstoppen de Nederlandse snelwegen, waarbij
bovendien de rijstijl op een verspillende wijze verruwt.

Het kabinet-Balkenende draagt een forse steen bij in het totalitaire verkeersgedrag
van de gemiddelde Hollander. 10 km harder dan de maximum toegelaten snelheid is
tolerabel volgens onze ex-verkeersminister de Boer. Dat laat de gemiddelde
autoproleet zich geen twee keer vertellen! Het aantal types dat 160 gaat rijden
is plotseling enorm toegenomen. De praatjes van de huidige regering hebben onmiddellijk effekt.

De regering-Balkenende-1 was het resultaat van een snel voorbijgaande
gekte van de kiezer. Helaas is het tweede kabinet niet veel beter, dus zijn de komende
jaren verloren jaren zonder
sociaal- en milieubeleid voor de lange termijn.

Het percentage CO2 in de atmosfeer neemt nog meer exponentieel toe dan
onder de paarse regering door het excessieve luchtverkeer, de enorme toename van het
aantal auto's, bussen en vrachtwagens
. Het aantal binnenschepen en zeeschepen met een enorm
motorvermogen is toegenomen. De machines in de wegenbouw, het grondverzet. zijn in aantal
en vermogen toegenomen. Dit allemaal onder de noemer 'economie en logistiek' zonder
enig begrip wat dit betekent voor de opwarming van de aarde. Het leger is een apart hoofdstuk:
enorme hoeveelheden brandstof worden verspild door luchtmacht, marine en landmacht. Permanent
in de lucht of op zee paraat zijn is een krankzinnige aanslag op het milieu. Tanks, vrachtwagens en
bussen van de landmacht voegen daar nog eens tonnen CO2 en roet aan toe. Supersonisch en
extreem hoog vliegen geeft een substantiële toevoeging aan de "GLOBAL DIMMING".
Uiteindelijk (binnen 10 jaar?) komt het gehalte CO2 in de atmosfeer voorbij een punt waarvan geen
terugkeer meer mogelijk is: de polen smelten onstuitbaar, het zeewater stijgt enkele meters
en de golfstromen veranderen van richting waardoor de diepzee wordt opgewarmd. Door
deze opwarming van de zeebodem komt een catastrofale hoeveelheid methaan vrij, dat
nog een gevaarlijker broeikasgas is dan kooldioxide (CO2) De temperatuur van de aarde stijgt
buiten alle propoties waardoor het tropisch regenwoud van de Amazone verdroogt en volledig
afbrandt. Het regenwoud verandert in hoog tempo in een soort Sahara. Door het smelten van
de ijskap op Groenland stijgt de zeespiegel met minstens 7 meter.
De aarde krijgt ongeveer de atmosfeer van TITAN, een maan van Jupiter, bestaande uit grotendeels
methaan, waar geen zonlicht meer doordringt en de temperatuur daalt tot 180 onder nul.

Aarde is een nucleaire reactor
Nucleaire reactors behoeven koeling: deze koeling gaat via onze atmosfeer. Als door
opwarming van de aarde dit koelsysteem gaat falen en tenslotte geheel wegvalt ontstaat
een kernsmelting en uiteindelijk
explodeert de aarde door grote druk van binnenuit.  
De tekenen zijn: toename van aantal en ernst van aardbevingen en vloedgolven.
Het aantal aardbevingen en vulkaanuitbarstingen schijnt de laatste tijd inderdaad toe te nemen.
Niemand kan garanderen dat dit scenario een fabeltje is.
Het is bovendien waarschijnlijk dat de ondergrondse en bovengrondse proefexplosies met nucleaire
bommen
door de enorme uitstoot van snelle neutronen de nucleaire reactor versnelt waardoor
het aantal aardbevingen nog eens enorm toeneemt.
Wat wel zeker is dat meer dan de helft van de diersoorten binnen 50 jaar is uitgestorven
door abnomaal snelle klimaatswijziging. Omdat door de regering en het parlement niet over
dit feit wordt gepraat is kennelijk daar de gedacht dat het vanzelf wel over zal gaan of 
overheerst het "na ons de zondvloed" - gevoel. Met andere woorden: de kinderen 
worden opgezadeld met een verwoeste natuur en een verwoeste aarde
Niets is macaberder en egocentrischer dan het zwijgen van onze regering.

Het huidige gedrag van regeringen noopt tot het op zeer korte termijn instellen van een
wereldwijde ecodictatuur die zonodig met grof geweld regeringen dwingt een einde te
maken aan het vernietigen van ons leefmilieu.

Dit grove geweld is preventief te noemen vanwege de
zekerheid dat het klimaat
met nog grover geweld het leven van de mensheid op de aarde binnen één generatie
tot een hel zal maken.


Overheid bevordert autogebruik
De nationale overheden bevorderen het rijden met auto's door fiscaal voordeel 
voor het gebruik van b.v. leaseauto's terwijl bovendien die overheden fiscaal volkomen afhankelijk zijn geworden van de auto's door de wegenbelasting en accijns op brandstof.
Geen enkel plan tot emissievermindering van CO2 wordt daarom afdoende door 
regeringen ondersteund, anders waren al 30 jaar geleden maatregelen getroffen 
en waren de resultaten nu zichtbaar.(behalve Denemarken en IJsland)
<>Het moet toch eenvoudig zijn door middel van fiscale sturing een ander
brandstofrégime af te dwingen. Het vergt alleen een concrete beleidsvisie waaraan wordt
vastgehouden door opéénvolgende regeringen ongeacht de politieke signatuur. Als geen
langetermijnvisie kan worden ontwikkeld door de Nederlandse overheid is het slecht
gesteld met de hoge ambtenarij die overigens helaas een regering in een regering vormt.
Het is ook slecht voor het democratische gehalte van de opéénvolgende regeringen. Als
geen langetermijnbeleid op het gebied van welzijn en milieu wordt ontwikkeld kan de
sociale onrust dusdanige vormen aannemen dat aan de huidige regeringsvorm in West-Europa
een einde gemaakt wordt. Een politiestaat is het meest waarschijnlijke alternatief.
Stichting Visie stelt daarom voor dat de Nederlandse overheid nu in 2006
enkele essentiële doelen opstelt waar het beleid zich de komende tien jaar op moet
richten.
Deze doelstellingen moeten dan ook echt gerealiseerd worden. Dit geeft de
burger veel meer vertrouwen in de overheid dan de vage rapporten die geen praktische
invulling geven aan het beleid.
Stichting Visie is ervan overtuigd dat snel maatregelen moeten worden getroffen.
Deze maatregelen worden in Nederland genomen met als tweede doel een
voorbeeldfunctie naar de gehele wereld. Als het toch mogelijk is om binnen een paar jaar
de euro in te voeren moet het zeker mogelijk zijn om een andere brandstof (waterstof)
binnen tien jaar in te voeren. (milieudeltaplan) Helaas is met de euro de Nederlandse burger
op een groteske wijze bestolen: ten eerste was de euro 15% te duur en ten tweede is na
één jaar de euro een gulden waard, terwijl de lonen hetzelfde bleven. De burgers van
Nederland zijn met de invoering van de euro ernstig benadeeld. De overheid met het bedrijfs-
leven "lachen in hun vuistje".
Het is toch vreemd vast te moeten stellen dat de Nederlandse overheid zonder morren
2 miljard gulden in een gedoemde kerncentrale zoals die bij Kalkar investeerde, terwijl
het onderzoek naar nieuwe schone brandstoffen zeker tientallen jaren praktisch stil ligt.

Als Nederland een aansprekend voorbeeld kan zijn in de abortuswetgeving,
in de legalisering van alle drugs en in de euthanasie wetgeving, waarom dan niet
in het energie- en milieubeleid? Nederland is en blijft een domineesland en
internationaal is men bevreesd voor ons opgeheven vingertje. Waarom niet
nog iets goeds doen met dit oude gebruik?

Er zijn van zelfsprekend veel maatschappelijke krachten die tegenwerken, vooral de
grootschalige bedrijven zoals de banken en andere macabere BV's  Het
ministerie van Economische Zaken, Waterstaat en de BOVAG zullen met alle
macht en middelen
tegenwerken. De oliemaatschappijen en andere multinationals
behoren tot de conservatiefste en meest reactionare krachten
ter wereld, kijk maar
naar Enron in de VS en de Shell in Nederland. Zij hebben vaak een financiële macht
die ver uitgaat boven het budget van kleinere en middelgrote landen in West-Europa.
De landen in de tropen zijn helemaal ondergeschikt aan de "Corporate Moloch" waardoor
een bedrijf zoals de Shell kan doen en laten wat het wil in Nigeria: grootschalige milieu-
vervuiling agv booractiviteiten, criminele repressie van de lokale bevolking, intimidatie van
de Nigeriaanse overheid etc. De Engelse en USA oliemultinationals zijn geen haar beter.

Pas wanneer het besef doordringt dat er geld te verdienen valt met "sustainables"
worden die clubs wakker. Er is inderdaad geld te verdienen, heel veel geld zelfs.
Het moet eerst in die muffe Hollandse hersens doordringen dat er een zak met geld
klaar staat als Nederland een sociale en technologische voorsprong neemt
op de rest van de wereld. De Gouden Eeuw revisited. De Republiek der Twaalf
Verenigde Nederlanden.

En passant kan dus het koningshuis op sterk water worden gezet, want daar
omheen verzamelen zich sinds 1813 de conservatiefste en reactionairste krachten
die elke
ontwikkeling voor Nederland naar meer volwassenheid in de weg staan.
Een president is ongetwijfeld bovendien veel goedkoper.

Scenario overheidsmaatregelen.

AUTO"S
Er is vanuit gegaan dat het aantal auto's niet zal verminderen en eerder zeer zal toenemen.

1. Er moet binnen een jaar een wet komen waarin omschreven staat dat na
2009 personenauto's met een motor boven een cilinderinhoud van 1000 cc en een
gewicht boven de 1000 kg in Nederland niet meer geproduceerd of geimporteerd mogen 
worden. Alle bestaande dieselmotoren moeten wettelijk verplicht een roetfilter in de uitlaat.
Het gebruik vangeavanceerde accu's en eventueel brandstofcellen gestookt met waterstof
wordt fiscaal zeer aantrekkelijk
gemaakt tegenover de extreem dure minerale brandstoffen.
Waterstof wordt uitsluitend
geproduceerd door middel van vernieuwbare energiebronnen
(het gebruik van waterstof is helaas niet erg efficiënt, het is veel effectiever accu's te gebruiken
die met hernieuwbare energie worden opgeladen door wind, zon en golfslag)

2. Auto's moeten als eerste stap uitgerust worden met een hybride motor waardoor de
auto zowel electrisch als met brandstof kan rijden. Er rijden momenteel al 60 000 auto's
van het merk Toyota met een hybride motor die een forse brandstofbesparing geven.
Hybride motoren zijn ook zeer goed in te bouwen in vrachtwagens en schepen.
Er wordt een zeer strikte wettelijke maximum snelheid ingevoerd
op de snelwegen:
100 km/u en
voor vrachtverkeer 80 km/u.
Rondom de steden is de
maximum snelheid op de rondwegen en aan- en afvoerwegen 80 km per uur.

Overschrijding van deze snelheid wordt (net als in de USA) bestreden met
zeer hoge boetes, inbeslagname van auto's, intrekken van rijbewijzen etc.

3. Gas- en olie(distributie)bedrijven moeten minimaal 50% van het te investeren
kapitaal besteden aan innovaties van hernieuwbare energiebronnen.
B.v. Libië en Algerije worden de grote exporteurs van waterstof gezien hun
onmetelijke woestijnen waar zonne-energie voor het oprapen is.
Beter is een gelijkstroomverbinding aan te leggen vanuit zonrijke gebeiden.
De overheid legt dwingend aan deze bedrijven op: een tijdsplanning, een
kwaliteitsplan en stelt toetsingskriteria vast. De handhaving wordt uitgevoerd
door dezelfde overheid.
Als een bedrijf aan de afgesproken kriteria voldoet volgt een fraai fiscaal voordeel.
Andersom wordt een forse boete opgelegd.

4. Er wordt wettelijk een datum gesteld waarna alle auto's moeten voldoen
aan de nieuwe wettelijke normen. Op bv 1 januari 2011 worden alle rondrijdende
auto's die niet aan deze normen voldoen in beslag genomen en/of tegen dagwaarde
onteigend. Speciale ontheffingen met brandstof restricties worden verleend aan oldtimers.

OVERIGE VERVOERMIDDELEN
5. Identieke maatregelen worden getroffen voor het trein- vracht- scheeps- en luchtverkeer.
Met name het luchtverkeer moet nationaal aangepakt worden. Fiscale maatregelen
moeten door de Nederlandse overheid eenzijdig worden opgelegd, b.v. in de vorm van belasting op de brandstof. 
VLIEGTUIGEN zijn niet in het Kyoto Protocol inbegrepen, wederom voor de Nederlandse
overheid een goede reden eenzijdige maatregelen te treffen ten bate van het internationale railverkeer. 
De luchtvaart speelt een belangrijke rol in het klimaat door condensstrepen en de
vervuiling van
de stratosfeer met roetdeeltjes uit vliegtuigdiesel. Het klimaat wordt
aantoonbaar negatief beïnvloed door roet, het zonlicht is globaal gemiddeld met 20%
verminderd in de laatste 40 jaar.  (Global Dimming)  De laatste 6 jaar (sinds 2000) is het
aantal condensstrepen veranderd in persistentie, een diepblauwe hemel tijdens een
mooie zomerdag komt niet meer voor, de lucht blijft altijd grijs, hoe komt dat?
Door de vervuiling van de lucht wordt hierdoor het broeikaseffect gemaskeerd.
De moessonregens blijven achterwege door de vervuiling van de hogere
luchtlagen. Steeds meer
vakantievluchten belasten de 
hogere luchtlagen
behalve met roet met steeds meer CO2 en
andere gassen.  De Concorde heeft
door de grote vlieghoogte enorm bijgedragen aan de 'global dimming'.
(Het is een ernstige fout van 
overheden om de luchtvaart te subsidiëren door
vrijwaring van accijns omdat dit het vliegverkeer kunstmatig goedkoper houdt ten
opzichte van ander vervoer. Het vliegverkeer wordt hierdoor op
grote schaal onterecht
bevoordeeld ten opzichte van het internationale treinverkeer) 

Er moet juist worden gewerkt aan een centraal gelegen Europese luchthaven 
met snelle treinverbindingen van en naar alle hoofdsteden. Dat is pas innovatie. Wat nu 
gebeurt is aleen maar meer van hetzelfde. In Nederland wordt de HSL gecastreerd door
lokale lobbies die vinden dat de trein moet stoppen in Rotterdam en Breda, terwijl de
tijdwinst alleen op lange trajecten kan worden geboekt. In Nederland is maar plaats voor
één HSL station op de route Stockholm - Kopenhagen - Bremen - Utrecht - Brussel - Parijs.

WONINGEN
6. Zonnecollectoren worden zeer intensief gestimuleerd: huiseigenaren moeten minstens 
50% van het dakoppervlak bedekken met fotovoltaïsche cellen. Hiervoor gelden ook 
fiscale maatregelen en boetes. Het gasverbruik van kooktoestellen kan drastisch worden
gereduceerd via innovatieve maatregelen, hetzelfde geldt voor electriciteit en verwarming.
Nu wordt 60% van de energie verspild in ineffectieve en verouderde apparatuur. De weg gaat
via technische innovatie, duizenden speciaal opgeleide technici kunnen aan een baan geholpen
worden: de oplossing van de werkloosheid.

7. Er wordt gestreefd om voor 2010 de totale olie-economie over te schakelen op een 
waterstof - economie. De oliemaatschappijen zullen gedwongen moeten worden om 
over te schakelen op vernieuwbare brandstoffen zoals waterstof en elektriciteit uit wind, 
zonne- en aardwarmte. Zij alleen bezitten de gigantische kapitaalreserves (door een eeuw 
lang oppompen van GRATIS olie en gas) om deze overschakeling mogelijk te maken. 

8. De energievoorziening wordt weer door de overheid gereguleerd. De korte-termijn 
visies van de particuliere stroomproducenten worden vervangen door de lange-termijn 
visie van de overheid onafhankelijk van de onstandvastige politieke wind die in den Haag 
waait. Deze visie wordt ontwikkeld door een onafhankelijk Ministerie van Energie.
Dit ministerie krijgt een wettelijke budgettaire en personele garantie, onafhankelijk van 
de regering. Wettelijke OPDRACHT aan het nieuwe Ministerie van Energie is het duurzame
beheer en bouw van alle infrastructuur en opwekking van electriciteit. Alle maatregelen
van dit ministerie zijn gericht op rendementsverbetering en technische innovatie.

   9.  Electriciteit moet worden opgewekt op lokaal nivo waardoor storingen zoals in de
VS, Canada en Haaksbergen (!) onmogelijk worden.

Atoomenergie valt af omdat de bouw en het delven, concentreren en verrijken van uranium
en de eeuwige opslag van nucleair afval
veel meer CO2 oplevert dan de bouw en exploitatie
van b.v. een willekeurige aardgascentrale.


De toekomst is aan kleine warmte-kracht units ter grootte van een HR ketel voor de CV.
Deze verzorgen zowel de warmte (water en centrale verwarming) als de electriciteits-
voorziening. Het rendement van aardgas komt boven de 90% in plaats van de huidige 20%.
Technisch is dit al meer dan een decennium mogelijk. Belachelijk dat er totaal niet in wordt
geïinvesteerd. Het kolossale verlies door hoogspanningsleidingen wordt op deze manier vermeden
of tenminste zeer sterk gereduceerd. De restopwekking van electra kan dan aan het lokale
net worden geleverd. Een stad wordt volledig zelfvoorzienend met een gering back-up vermogen.
In Duitsland is daarmee jaren ervaring opgedaan met als resultaat enorme energiebesparingen.
Kleine zonnepanelen en windmolens kunnen met de huidige microprocessors electronisch
moeiteloos worden geïntegreerd en de overgang op waterstof kan veel gemakkelijker dan
bij grootschalige opwekking. Een schone taak voor het Ministerie van Energie!
De oplossing voor grootschalige electriciteitsopwekking wordt uitgelegd op de website van
de Stichting ter bevordering van Grootschalige Exploitatie van Zonneënergie
waarin een oplossing voor het lange-afstand vervoer van electriciteit door middel
van gelijkstroom wordt aangeprezen. Grootschalige electriciteitsopwekking vindt plaats via
spiegels naar een stoomgenerator met dynamo. Het rendement is beduidend hoger dan
fotovoltaïsche zonnepanelen. Het nadeel blijft dat de huidige dictatoriale energiemonopolies
aan de macht blijven. Veel energie kan bespaard worden door bestaande auto's om te bouwen
met electromotoren en accu's, gezamenlijk net zo zwaar als een fossielenmotor. Ombouwbedrijven
geven enorm veel werkgelegenheid  en je houdt gewoon je eigen comfortabele auto, waar je
nog jaren in kan rijden. Een systeem van ruilaccu's kan landelijk opgezet worden met behulp
van bestaande benzinepompen. Verder kan je thuis via het stopkontakt je auto opladen. De
capaciteit van het huidige electriciteitsnet is ruim voldoende voor miljoenen auto's bij gebruik
van eerdervermelde kleine lokale warmte-kracht eenheden, zonnepanelen, windenergie etc.

Het gevolg van bovenstaande oplossingen zal zijn dat het verbruik van fossiele brandstoffen
afneemt
terwijl het energieverbruik toch kan toenemen. Als deze oplossingen uitgevoerd worden
betekent dit een wereldwijde afname van gebruik van fossiele brandstoffen, uranium
en thorium. Daar valt immers lang niet zoveel geld mee te verdienen als met vernieuwbare
energiebronnen.

Stichting Visie is van mening dat de overheid geen "gentleman's agreement's" mag
afsluiten met het bedrijfsleven. Alleen door het maken van wettelijk afgedwongen
programma's kan de overheid eisen van bedrijven dat er voldoende stappen tot
een verminderd energieverbruik worden genomen.
Dat dwingt de overheid en het bedrijfsleven volwassen te worden en niet zoals anno 2006 via
gesjoemel en corruptie met elkaar geheime energie-afspraakjes te maken. Met name de
oneerlijke en gelogen "voordelen" van atoomstroom heeft de belastingbetaler enorm veel
geld gekost. Met dat geld spelen de bobo's van overheid en industrie mooi weer door de
toekomst (onze kinderen en kleinkinderen) op te zadelen met de rotzooi. Bovendien is
atoomstroom zeker niet vrij van CO2 emissies. Immers het delven van uranium en het
concentreren en verrijken kost enorm veel energie, (brandstof dus).

Stichting Visie is van mening dat de overheid op dit moment de
leiding moet nemen op het gebied van concreet energiebeleid. Het participeren
van de Nederlandse overheid in Shell en Exxon moet direkt worden beëindigd omdat
door deze samenwerking de overheid veel te veel belang heeft bij een zo hoog mogelijk
energieverbruik. Dat dit voor een bedrijf geldt is logisch, de overheid moet
neutraal zijn. Als de Nederlandse Staat wordt gerund als een bedrijf zal er geen
energiebeleid ontstaan en is de kwaliteitscontrole een farce. De overheid mag juist niet
gerund worden als een bedrijf waar marktwerking de boventoon voert. Dat is namelijk verboden!
Kom op, Nederlandse Staat, word nu eindelijk eens volwassen en neem de leiding!

Het uiteindelijke resultaat is dat Nederland internationaal een voortrekkersrol gaat
vervullen waar de nationale industrie zeer van zal opleven.
Het goede voorbeeld is Denemarken, het land dat nu wereldleider is in de
produktie van windmolens, terwijl het eigenlijk Nederland is die op dit gebied
een naam heeft hoog te houden. Denemarken heeft kwalitatief en kwantitatief
Nederland ver achter zich gelaten.
Reeds ruim voor 2020 heeft Denemarken 40% van de electriciteitsbehoefte gedekt door
wind- en zonne energie. Nederland zal dat percentage nooit halen als er nu geen
keuzen worden gemaakt. Zelfs de Europese norm van 20% in 2020 zal Nederland
bij lange na niet halen.

Door de snelle kapitaalstromen wordt het mondiale energiebeleid buitengewoon star
en staat volledig in dienst van de aandeelhouders van de energiebedrijven die alleen
handelen als er direct winst is te behalen.
Dit flitskapitaal moet daarom door internationale fiscale maatregelen zeer onaantrekkelijk

worden gemaakt omdat dit zeer veel afbreuk doet aan een evenwichtige handel.
James Tobin heeft daar in de zeventiger jaren een belastingsysteem voor ontworpen,
de z.g. "Tobin-Tax"  (zie de internetpagina van Attac)

NEGATIEVE ASPECTEN DIE DE ACHTERSTAND BEVORDEREN 
Wat betreft innovatieve technologieën is Nederland ver achtergebleven bij Finland, 
de VS en UK. Dit komt voornamelijk door de bezuinigingen bij het onderwijs, de foute 
sturing vanuit de overheid en de verkeerde kontakten tussen bedrijfsleven en de universiteiten, 
voornamelijk veroorzaakt door incompetentie bij de hogere ambtenaren, ministers en 
andere politiek verantwoordelijken. In de Tweede Kamer is praktische kennis taboe, de 
meeste leden zijn juristen en managers (de z.g. "Beleidsmakers").
 De overdreven nadruk van universiteiten op populaire business opleidingen,
financiën en management geeft het land een duidelijke achterstand  ten opzichte van
omringende landen. Het gevolg is een dramatische daling in het aantal 
studenten in de exacte vakken zoals natuurkunde en wiskunde. De technologievakken geven 
dezelfde daling in studentenaantallen te zien. De universitaire studie is verworden tot 
een opleiding voor een hoog salaris in het bedrijfsleven. De aanzuigende werking door
de berichtgeving over krankzinnige topsalarissen is evident.
De overheid doet zelf ook mee in de race. Ambtenaren zijn verworden tot zich zelf
verrijkende managers die een "produkt" op de markt brengen. Daarbij hoort eeuwige groei,
kortetermijndenken, stilstand is achteruitgang, alles moet kostendekkend zijn behalve
de 'vredesmissies' in Irak en Afghanistan.De overheid is dus zelf een big-business geworden
met voorbijgaan aan de specifieke taken zoals continuïteit, kwaliteit, bereikbaarheid en
beleid voor de lange termijn. (50 - 100 jaar) Alleen als het over atoomafval gaat is er ineens wèl
een beleid voor de lange termijn: tot zelfs 100 000 jaar kunnen de verantwoordelijke ambtenaren
plotseling feilloos vooruitzien.
De overheid mag niet participeren in het bedrijfsleven maar heeft juist de plicht om op
een terzake kundige en volwassen manier toezicht te houden.
Dit toezicht houden is op velerlei gebied: banken, industrie, openbare ruimte, landschap,
milieu, sociale rechten, openbaar vervoer, internationale geldstromen, krediet en hypotheek.
Dat kost allemaal geld en vergt deskundigheid en inzicht. Voor deze taken is het belastingstelsel. De overheid mag nooit winstgevend zijn. Het is ook nooit een bedrijf!
De manager maakt in regeringskringen anno 2008 helaas de dienst uit.
Hans de Jonge       Stichting Visie    december  2008


Global Energy - Reduction Plan
That plan would:

 

          * Redirect energy subsidies in industrial nations. The United States spends more than $20 billion a year to subsidize coal and oil; industrial countries overall spend about $200 billion. If those subsidies were withdrawn from carbon fuels and put behind renewable energy sources, oil companies would follow the money and use it to retool and retrain their workers to become aggressive developers of fuel cells, wind farms, and solar systems.

 

          * Create a fund of about $300 billion a year to transfer clean

energy to poor countries. Virtually all developing countries would love to go solar; virtually none can afford it. China is home to some of the most air-polluted cities in the world. Others include Bangkok, Thailand, Santiago, Chile and Mexico City.

 

* The fund could be financed by a small tax on international currency transactions, which total more than $1.5 trillion every day. A tax of a quarter-penny-per-dollar on those transactions would yield about $300 billion a year for windfarms in India, solar assemblies in El Salvador, fuel cell factories in South Africa, and vast solar-powered hydrogen farms in the Middle East.  Alternatively, financing could come from a carbon tax in industrial countries or a tax on international airline travel.

 

          * Establish a mandatory fossil fuel efficiency standard that rises 5 percent per year. Starting at its current baseline, each country would produce the same amount of goods next year with 5 percent less carbon fuel or produce 5 percent more with the same amount of carbon fuel -- until the 70 percent reduction was attained.

 

          Nations would initially meet the goal through low-cost efficiency measures. When those efficiencies were exhausted, countries would meet the rising efficiency goal by drawing more and more energy from non-carbon sources. That would create the mass markets for renewables that would lower their costs and make them economically competitive with coal and oil.

 

          This plan is one model.  There may be better approaches. But we no longer have the luxury of thinking in terms of nationalism. The global climate does not recognize man-made boundaries. The countries of the world need to join together in a project to rewire the world with clean energy as quickly as humanly possible. Otherwise, our history as a civilized species will soon be truncated by the momentum of runaway climate change.

 

          Look out the window. Time's up.

 

<>                   © Ross Gelbspan

---------------------------------------------------

Ross Gelbspan, a 30-year-journalist, is author of The Heat Is On (1998) and Boiling Point (2004) and maintains the website: www.heatisonline.org. He wrote this article for Perspective.


OVERHEIDSTAKEN
Het 'gewenste' regeringsbeleid
http://climate.indymedia.org/
DOMHEID
In de VS is van beleid tegen het broeikaseffect ook geen sprake
Waterstof: de energiebron van de toekomst ?
De volledige tekst van het verdrag van Kyoto

http://www.xs4all.nl/~stgvisie/kyoto_tekst_nl.html
Stichting Visie
KVK 41210915
Postgiro 1611436 Amsterdam
That plan would:

 

          * Redirect energy subsidies in industrial nations. The United States spends more than $20 billion a year to subsidize coal and oil; industrial countries overall spend about $200 billion. If those subsidies were withdrawn from carbon fuels and put behind renewable energy sources, oil companies would follow the money and use it to retool and retrain their workers to become aggressive developers of fuel cells, wind farms, and solar systems.

 

          * Create a fund of about $300 billion a year to transfer clean

energy to poor countries. Virtually all developing countries would love to go solar; virtually none can afford it. China is home to some of the most air-polluted cities in the world. Others include Bangkok, Thailand, Santiago, Chile and Mexico City.

 

* The fund could be financed by a small tax on international currency transactions, which total more than $1.5 trillion every day. A tax of a quarter-penny-per-dollar on those transactions would yield about $300 billion a year for windfarms in India, solar assemblies in El Salvador, fuel cell factories in South Africa, and vast solar-powered hydrogen farms in the Middle East.  Alternatively, financing could come from a carbon tax in industrial countries or a tax on international airline travel.

 

          * Establish a mandatory fossil fuel efficiency standard that rises 5 percent per year. Starting at its current baseline, each country would produce the same amount of goods next year with 5 percent less carbon fuel or produce 5 percent more with the same amount of carbon fuel -- until the 70 percent reduction was attained.

 

          Nations would initially meet the goal through low-cost efficiency measures. When those efficiencies were exhausted, countries would meet the rising efficiency goal by drawing more and more energy from non-carbon sources. That would create the mass markets for renewables that would lower their costs and make them economically competitive with coal and oil.

 

          This plan is one model.  There may be better approaches. But we no longer have the luxury of thinking in terms of nationalism. The global climate does not recognize man-made boundaries. The countries of the world need to join together in a project to rewire the world with clean energy as quickly as humanly possible. Otherwise, our history as a civilized species will soon be truncated by the momentum of runaway climate change.

 

          Look out the window. Time's up.

 

                   © Ross Gelbspan

 

---------------------------------------------------

Ross Gelbspan, a 30-year-journalist, is author of The Heat Is On (1998) and Boiling Point (2004) and maintains the website: www.heatisonline.org. He wrote this article for Perspective.




 










bron: De Volkskrant
Publicatiedatum dIVV IntrAnet: 16 September 2002 
De file gaat nooit meer weg
De strijd tegen de file blijft dweilen met de kraan open. Alleen
gedragsverandering bij de automobilist kan het aantal opstoppingen
verminderen. En dat zit er niet in. 
Als het aan de LPF ligt, wordt het kwartje van Kok vandaag nog
afgeschaft. De NS maakt het treinkaartje volgend jaar ruim 9 procent
duurder. Kortom: De auto wordt weer aantrekkelijker als vervoermiddel.
Milieudeskundigen maken zich zorgen over de effecten op het milieu. Ook
de autobestuurder ziet de bui al hangen: dat worden meer files. 
In 2000 stonden in totaal 30,2 duizend files op de Nederlandse wegen. De
totale lengte ervan was 103,3 duizend kilometer. Gemiddeld verliest een
automobilist twintig minuten per file. Met z'n allen staan we ruw
geschat tussen acht en tien miljoen uur per jaar in de file. De
officiële cijfers voor 2001 zijn nog niet bekend. Wie weleens naar het
filenieuws luistert of in de auto zit, zal beamen dat de situatie er
sinds 2000 niet beter op geworden is. 
In de afgelopen tien jaar is het aantal werkenden in Nederland
toegenomen van 6,6 naar 7,9 miljoen mensen. Ruim 60 procent van de
stijging komt door vrouwen die zijn gaan werken. Die vrouwen forensen
ook - vaak met de auto. 'Vrouwen zijn meer kilometers achter het stuur
gaan afleggen: inmiddels tien kilometer per dag, dubbel zo vaak als in
1985,' zegt onderzoekster Hermine Molnár van het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). 
Dat aantal kilometers is nog lang niet zoveel als bij mannen. Die rijden
dagelijks gemiddeld 27 kilometer. 
Heeft de werkende vrouw de spits verergerd? Volgens Molnár is dat niet
het geval. Vrouwen wonen over het algemeen dichter bij hun werk dan
mannen, zijn dus minder lang op de weg. Ze werken bovendien op andere
tijdstippen. 
Vrouwen werken gemiddeld 25 uur per week buiten de deur, mannen 31. Dat
betekent dat vrouwen gemiddeld later van huis vertrekken, en eerder
terug zijn. 'Misschien brengen ze eerst de kinderen naar school',
vermoedt Molnár. 
De emancipatie van de autorijdende vrouw is overigens volgens haar ook
op een ander aspect nog niet volledig: 'Als mannen en vrouwen
samenrijden, zie je nog steeds de traditionele verdeling. De man zit
achter het stuur.' 

Nederlandse weggebruikers zijn überhaupt ouderwets. 'Nederlanders werken
gewoon nog in de 9-tot-5-economie', stelt Ferdi Otten, onderzoeker bij
het CBS. Samen met TNO Arbeid heeft hij onderzoek gedaan naar de
24-uurs-economie en naar de flexibiliteit van werknemers. Otten
betwijfelt of de plannen van het kabinet-Kok, om files met
rekeningrijden te bestrijden, effect zouden hebben gehad. 'De
Nederlander hecht heel sterk aan oude gewoontes', constateert hij. 
Zelfs maatregelen zoals de Winkeltijdenwet, waardoor winkels ook 's
avonds open mogen zijn, hebben volgens de onderzoeker nauwelijks effect
op het woon-werkverkeer; op doordeweekse dagen is nog altijd gemiddeld
76 tot 86 procent van de werkenden op het werk. 
Ook telewerken (werken vanuit huis) breekt nog steeds niet door. Het
blijkt 'leuk' voor af en toe, maar op een gewone werkdag reizen de
meeste forensen op en neer tussen woon- en werkadres. Slechts een op de
twintig personen met een baan heeft zijn of haar werkplek thuis. Otten:
'Mensen nemen steeds grotere afstanden op de koop toe.' 
Mede door die langere afstanden blijven spitsuren een probleem. Zeven op
de tien files ontstaan vlak voordat kantoren openen, en direct nadat ze
sluiten. 
Het kabinet-Balkenende zoekt naar andere oplossingen voor de gewraakte
verkeersopstoppingen dan het rekeningrijden; het heeft in het
strategisch akkoord gekozen voor meer asfalt. Daarvoor wordt een
onorthodoxe maatregel voorgesteld: met een spoedwet zouden de
(gewoonlijk langdurige) ruimtelijke ordeningsprocessen moeten worden
omzeild. De spoedwet is in voorbereiding; Verkeer en Waterstaat verwacht
deze in het voorjaar in te dienen. 
André Solinger, afdeling Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat Utrecht:
'Hopelijk lukt het om met de spoedwet de hoeveelheid procedures rondom
een nieuwe weg te verminderen.' 
Zijn departement heeft een verlanglijstje klaarliggen: 'In de regio's
hebben we hard meegedacht over de plekken waar extra asfalt moet komen,
zodat er geen plaatsen tussenzitten waar je een kilometer verder weer
vastloopt', zegt Solinger. Welke plaatsen dat zijn, kan hij nog niet
zeggen. 
Minister De Boer van Verkeer en Waterstaat bouwt verder voort op
bestaande experimenten. De uitbreiding van het inhaalverbod voor
vrachtauto's gaf lucht. Ook de spitsstroken op de A 73 en de A 4 hebben
geholpen, evenals de tweede Lekbrug op de A 2. 
Solinger: 'Eind 2000 hebben we de plusstrook bij de A27 geopend. Die
file is daardoor verdwenen uit de toptien.' 
Minister De Boer heeft verder de hoop gevestigd op het experiment tussen
Apeldoorn en Deventer. Wiskundig gezien lijkt hij gelijk te hebben: met
honderd kilometer per uur kost een stukje van vier kilometer ongeveer
2,5 minuut.
Dezelfde afstand met een gangetje van 30 kilometer per uur kost nog geen
zes minuten extra. Langzaamrijden is oké, zolang het maar nooit
stilstaan wordt. Dat is precies wat hij op de A 1 probeert te bereiken. 
Toch blijft de strijd tegen files dweilen met de kraan open. Het aantal
weggebruikers groeit harder dan er wegen kunnen worden aangelegd. Een
definitieve oplossing ligt verscholen in gedragsverandering bij de
automobilist. Maar die heeft slechts één belang: dat van zichzelf. 
 
Kunnen regeringen leren?

Jaap van Ginniken 3 juli 2004 Algemeen Dagblad Pagina 11 

Een generatie geleden werd de Oosterscheldedam sluipenderwijs vele miljarden duurder dan begroot. Ditmaal is het de Betuwelijn. Waarom? Een Amerikaanse politiek psycholoog schreef ooit een prikkelend boek met als provocerende titel: Kunnen regeringen leren? Naar analogie van de vraag: kunnen apen taal begrijpen? Het antwoord verbaast. 
Een oorzaak voor kostenoverschrijdingen ligt in het overtrokken zelfbeeld dat elke natie koestert, en waarin nijvere politici haar voorgaan. Nederland ziet zichzelf sinds de Gouden Eeuw graag als een glorieus handelsland. Volgens het motto: Geen woorden maar daden. Ofwel: niet denken maar doen! Terwijl de VS hun militair-industrieel complex hebben, heeft Holland zo van oudsher zijn weg- en waterlobby. 
De ene helft is de exploitatielobby van grote vervoersbedrijven en -centra, verenigd in 'Nederland distributieland'. Zij maken van Rotterdam de grootste haven ter wereld door alle overgeslagen goederen dubbel te tellen, en van Amsterdam Schiphol een van de grootste luchthavens van Europa door alle overstappende passagiers dubbel te tellen. Men rekent zich rijk, en brengt zo anderen het hoofd op hol. Het is namelijk zeer de vraag of het eigenlijk wel zo goed is voor ons leefklimaat, om alsmaar vervoerscorridoor voor anderen (zoals het Roergebied) te willen zijn. 
De andere helft is de constructielobby van grote weg- en waterbouwers: de betonmalers en baggeraars, zeg maar. Zij proberen het Binnenhof steeds faraonische projecten aan te praten, zoals ook een nieuwe Maasvlakte en een nieuw Schiphol-in-zee. 
Waarvan het kenmerk is dat ze zo veelomvattend, ingewikkeld en langlopend zijn, dat je aan het begin nooit de noodzakelijke aanpassingen onderweg en dus het uiteindelijke kostenplaatje kunt overzien. Opvallend is verder, dat het om een heel kleine en gesloten wereld gaat. Deze WW-ers komen namelijk merendeels van dezelfde technische universiteiten, werken nu weer eens voor het bedrijfsleven en dan weer eens voor de overheid, en andersom. 
Zij zijn dus de professionals die blijven zitten, de politici zijn daarentegen amateurs die komen en gaan. Van de Kamerleden die de oorspronkelijke besluiten over de HSL, de betuwelijn (en alle weggesnoeide zijtakken daarvan) namen is er namelijk niet een meer over. De ingenieurs en financiers nog wel. Zij vormen bovendien een mannenwereld van techneuten, die merkwaardigerwijs steeds vrouwelijke ministers zonder heel erg veel dossierkennis vooraf tegenover zich vonden: achtereenvolgens Maij, Jorritsma en Netelenbos. Vreemde eenden in de bijt. De ministers werden aangemoedigd door de opeenvolgende kabinetten Lubbers en Kok, die twee beslissende kenmerken deelden. Aan de ene kant volgden ze het 'poldermodel', en steunden dus op een quasi-consensus, waartegen nauwelijks principiele oppositie werd gevoerd. Aan de andere kant waren het zogenoemde 'no nonsense' kabinetten met een sterk accent op produktiegroei, en nauwelijks een consistente visie op het milieu. Een 'hypermoderne' infrastructuur van beton alom werd neergezet als van het 'allergrootste belang op de lange termijn'. Na de oerblunder van de pittoreske benaming `Betuwelijn' werden overigens overhaast honderden `voorlichters' ingeschakeld om het plan aan het publiek te `verkopen'. 
Er trad daarbij een trits overbekende psycho-sociale processen in werking. Allereerst `momentum'. Wanneer een grote olietanker of een lange goederentrein eenmaal in beweging is gezet, kost het al snel minder energie om hem maar passief door te laten rollen, dan om hem tussentijds tot stilstand te brengen. Zo ook met superplannen. Het tweede proces is onzichtbare aanpassing. Men had oorspronkelijk te weinig rekening gehouden met overlast, en kocht omwonenden vervolgens af met een extra bak hier en een extra tunnel daar: kleine bedragen in vergelijking met het reusachtige totaalbudget. Zo sloot zich ten derde de klassieke valstrik, waarbij de reeds gemaakte kosten de rechtvaardiging worden van de verder nog te maken kosten, totdat het project letterlijk onbetaalbaar is geworden. 
Kunnen regeringen een dergelijke kostenbeheersing leren? Nee dus. Maar apen kunnen wel taal begrijpen. 
07/03/03 Algemeen Dagblad Jaap van Ginniken


GroenFront! blokkeert eerste trein Betuweroute

BARENDRECHT, 16 juni 2007 ? De milieugroepering GroenFront! heeft de
eerste trein over de Betuweroute geblokkeerd. Op het 160 kilometer
lange tracé zijn op verschillende locaties in totaal zes blokkades
opgeworpen. GroenFront! heeft in het verleden een felle strijd tegen de
Betuweroute gevoerd.

Koningin Beatrix zou vandaag de Betuweroute "feestelijk" openen. "Met
deze opening proberen de Projectorganisatie Betuweroute en het
ministerie van Verkeer & Waterstaat het imago van hun mislukte
prestigeproject alsnog op te poetsen", meldt Bertje Spoor van
GroenFront!, dat de Betuweroute bij uitstek het symbool van een
megalomaan vindt, "een doelloos en natuurvernietigend prestigeproject."

Volgens de milieugroepering is het project de bevolking ondemocratisch
"door de strot geduwd, de kosten zijn verveelvoudigd en de natuur van
Rotterdam tot Zevenaar is over de gehele lijn vernield. En gezien het
te verwachten exploitatietekort, zal dit speeltje van de Rotterdamse
havenbaronnen, de transportlobby en grote bouwfraudebedrijven op
jaarbasis zwaar gesubsidieerd moeten gaan worden."

Het concept 'Nederland Distributieland' is tevens compleet achterhaald,
vindt GroenFront! "Producten worden de gehele wereld over gesleept,
enkel om de welvaart in het Westen nog verder te laten stijgen. De grote
verliezers van dit globaliserend kapitalisme zijn de natuur, het klimaat
en de Derde Wereld. En dat is zeker geen feestelijke opening waard",
aldus Spoor.

Saillant detail is ook dat er geen goede (spoor)aansluiting is bij de
Duitse grens. De verwachting is dat die pas na 2013 klaar zal zijn.
Gezien de vertraging van de Betuweroute zou dit ook wel eens later
kunnen worden. Tegen alle beloftes in worden er nu toch zwaar
vervuilende diesellocomotieven ingezet. Dit vanwege technische
problemen.

"Blijkbaar is het dus voor de overheid niet mogelijk om zulke grote
infrastructurele projecten tot een goed einde te brengen. In de
toekomst kunnen ze daar dan ook maar beter niet meer aan beginnen."
Het is de tegenstanders van de Betuwelijn gezamenlijk gelukt om de
Noord- en de Zuidtak tegen te houden, als ook het absurde plan voor
een gigantisch containeroverslagpunt bij Valburg.

GroenFront! voert al sinds 1998 actie tegen de Betuweroute.
In februari 2000 had de politie meer dan twee dagen nodig om acht
door GroenFront! gekraakte panden in de Betuwe te ontruimen.
Deze panden bevonden zich op het huidige tracé.
Naast deze acties zijn er ook vele bezettingen van bouwputten,
verstoringen van vergaderingen en allerlei andere acties geweest.

"Er is altijd geroepen dat de eerste trein op de Betuweroute
geblokkeerd zou gaan worden.
In tegenstelling tot alle loze beloftes van de overheid, komt GroenFront! haar afspraken wel na!", besluit Bertje Spoor zijn
toelichting. Het lijkt erop dat Trix zodadelijk zonder aankomst van
een trein geen lintje kan doorknippen, de arme stumperd.

bron:
https://ssl.direkte-aktie.net/cms/groenfront.php?itemid=667

Zwartboek Betuweroute

 
Verkeer / Mensen zijn bijna niet uit hun auto te krijgen
door Ruut Verhoeven 
2004-10-27  TROUW 

Het verkeer in Nederland lijkt op een hartpatient: zijn 'gezondheid' -de mobiliteit- loopt 
ernstig gevaar. De wegen slibben dicht. Een totaal verkeersinfarct dreigt. Als er niet 
snel 'gedotterd' wordt, kon het wel eens slecht aflopen met de 'patient'. 

AMSTERDAM - Belangrijkste oorzaak van de huidige verkeersproblematiek is de 
toegenomen mobiliteit. Steeds meer mensen verplaatsen zich in steeds meer auto's 
over het Nederlandse asfalt. Pogingen om ze van deze slechte gewoonte af te brengen, 
lijken op voorhand tot mislukken gedoemd. Maar nodig is het wel. 

,,Verplaatsingsgedrag is voor een groot deel gewoontegedrag'', zegt 
verkeerspsycholoog Cees Wildervanck. ,,Wie eenmaal een keuze gemaakt heeft voor 
een bepaald vervoermiddel, denkt daar niet meer over na. Pas wanneer er iets 
ingrijpends gebeurt -de benzine wordt twee keer zo duur of je gaat verhuizen- is de 
automobilist bereid na te denken over alternatieven. En om te komen tot ander gedrag 
is ook nog eens eerst een gunstige ervaring met een andere vervoerswijze nodig.'' 

Wildervanck weet waarom mensen zo lastig uit de auto te krijgen zijn. ,,De auto is altijd 
beschikbaar, comfortabel en soms zelfs goedkoper dan het openbaar vervoer. Maar 
het allerbelangrijkste: de auto biedt privacy. Even geen andere mensen om je heen. 
Iedereen speelt dagelijks minstens twee totaal verschillende rollen: thuis en op het 
werk. Om over te schakelen heb je wat tijd nodig. Waar kun je even tot jezelf komen om 
je voor te bereiden op die andere rol? Precies: in de auto, liefst alleen. Of je daarbij in 
de file staat, maakt niet uit. Die file is er voor je broodnodige rust.'' 

Pogingen om weggebruikers op alternatieven te wijzen, zijn volgens Wildervanck tot 
dusver weinig effectief gebleken. ,,Neem het transferium, de naam alleen al. Wie 
verzint dat? Mijn eerste associatie was die van een enge seksueel overdraagbare 
ziekte. Op zich is het een perfect systeem om mensen uit de auto te krijgen.


What Is Plan B?
By Terrence McNally, AlterNet

Eradicate poverty, reforest the earth, restore fisheries, eliminate overgrazing, protect biological diversity, stabilize climate -- Lester Brown says it's all possible.

Of all the resources needed to build an economy that will sustain economic progress, none is more scarce than time. That is one of the key messages of Lester Brown's new book, "Plan B. 2.0: Rescuing a Planet Under Stress and a Civilization in Trouble." The world may finally be listening.
China now consumes more grain, meat, coal and steel than the United States. If China's income grows as projected, in 2031 its income per person will match incomes in the United States today. At that point, it will be consuming the equivalent of two-thirds of the current world grain harvest, driving 1.1 billion cars (versus 800 million in the world today) and using 99 million barrels of oil per day, well above current world production of 84 million barrels. That's Plan A.

New threats -- climate change, environmental degradation, the persistence of poverty and the loss of hope -- call for new strategies. Brown -- who left World Watch in 2001 to found Earth Policy Institute -- says it's time for Plan B -- a renewable-energy-based, reuse-recycle economy with a diversified transport system: time to build a new economy and a new world. The world is now spending $975 billion annually for military purposes. Plan B -- social goals and earth restoration -- requires an additional annual expenditure of $161 billion. Brown, founder of the World Watch Institute, was in Europe recently to address the Royal Geographic Society in London, the World Economic Forum in Davos, Switzerland, and the OECD in Paris. He will speak to the World Affairs Councils of San Francisco and Los Angeles the first week of February.

TERRENCE MCNALLY: For many, environmental issues are local -- the beach, the nearby polluting factory, the smog. Yet you focused on the global environment at a time when few were. Where did that come from?

LESTER BROWN: Well I suppose there were a number of things that contributed to it. One was, when I was farming I was very much aware of the environmental issues that one has to deal with, whether it's water resources or weather or soils or crop diseases or what have you.
Beyond that, after I graduated from Rutgers in 1955 with a degree in agricultural science, I had the chance to spend half of 1956 living in villages in India, and there I was exposed very directly to the food population issue, though India at that time had only 430 million people or so compared with over a billion today.

Then I became a foreign policy adviser to Secretary of Agriculture Orville Freeman during the Kennedy-Johnson administration. The population pressures on resources and the problems associated with that, whether it's deforestation or overgrazing or soil erosion, aquifer depletion, those problems were becoming evident way back then. By 1974 I was convinced not only that these were going to be major issues, but also that we needed a research institute to focus on environmental issues at the global level.

TM: Yet you also make clear that we need a vision of the future, not just the bad news.
LB: No question. If we don't have a sense of where we want to go, we're probably not going to get there. I think one of the things that's lacking in the global environmental movement is a vision. We spend so much time being against things, it's not always clear what we're for.

TM: In the first paragraph of the Preface to "Plan B: 2.0," you write: "If our goal is to sustain economic progress, we have no choice other than to move onto a new path." Two things -- first, you don't mention the word "environment" in that sentence, you're talking about economic progress. Second, why isn't that reality being recognized and acted on?
LB: Two things are driving the recognition of the need for a restructuring of the global economy. One is the knowledge of what's happening to the economy's environmental support systems, whether it's forests or fisheries or rangelands or soils or aquifers or the climate system. Many environmentalists have been clear for some time that we have to restructure the economy if we want progress to continue. If we don't, we're going to be in serious trouble.

In Jared Diamond's book, "Collapse," he looked at earlier civilizations, many of which also got on to an economic path that was environmentally unsustainable. He pointed out was that some of those early civilizations realized they were in trouble and made the needed course corrections to survive. Others either did not understand they were in environmental trouble, or understood it but politically they could not mobilize an effective response.

TM: "Plan B" came out two years ago. Why did you feel the need to deliver "Plan B: 2.0"?
LB: Enough things have changed over the past two years, both in terms of what we can do and the potential of new technologies like gas-electric hybrid cars and advances in wind turbine design, and so forth. But more importantly, the evidence first of all, that China has already overtaken the United States in the consumption of most basic resources.

Ever since you and I can remember, we've been saying that the U.S. with 5 percent of the world's people consumes a third or 40 percent of the world's resources. That was true for a long time. It is no longer true. China is now consuming more of these basic resources. Look at the food sector -- grain and meat, the energy sector -- oil and coal, the industrial sector -- steel. China now consumes more of all of those than the United States except for oil. Their consumption of meat is nearly double that of the United States, and their steel consumption, 258 million tons a year. We consumed 104 million tons a year last year.

TM: India is expected to overtake China in terms of population. We hear about India mostly in terms of outsourcing jobs to India. What's its take on resources?
LB: India has a huge population, but they're still mostly poor; they're a good 20 years behind China. They're probably where China was in 1980 or '85.

TM: Having said that, India still has a middle class of about 300 million, about the size of the entire U.S. population.
LB: That's right and it's growing fast.
Now that China has overtaken the U.S. in the total consumption of resources, we have license to ask the next question: What if China catches up to the U.S. in consumption per person? If their economy, which has been growing at 9 or 10 percent a year in recent years, drops down to 8 percent a year, by 2031, income per person in China will be the same as that in the U.S. today. By 2031 we're probably talking about 1.45 billion Chinese.

TM: 1.45 billion consuming at the rate we consume today is impossible. China alone would consume more than one earth at that point.
LB: Based on those projections, in 2031, China would be consuming two thirds of the current world grain harvest. Their consumption of paper would be double current world production. There go the world's forests. If China in 2031 has three cars for every four people, as we now have in this country, it would have a fleet of 1.1 billion cars. The current global fleet is 800 million. They would have to pave over an area comparable to the land they now have in rice, and they would be consuming 99 million barrels of oil a day. The world is currently producing 84 million barrels a day and will probably never produce much more than that.

TM: Because we're also close to or about to hit peak oil. We've heard the diagnosis. What's the prescription? What is Plan B?
LB: The Western economic model, the fossil fuel-based, automobile-centered throw-away economy, is not going to work for China. It won't work for India, which by 2031 will have an even larger population, nor will it work for the other three billion people in the developing countries, who are also dreaming the American dream. Most importantly, it will not work for the industrial countries either in a world that is more and more integrated economically and where we all depend on the same oil, grain and iron ore.
So then the question becomes, if the old economy won't work, what will the new economy look like?

We can see this much more clearly than we could even two years ago, and that's exciting. It will be powered by renewable sources of energy. It will have a comprehensive re-use recycle system, and it will have a much more diversified transport system, not as much the automobile-centered system we now have. We can now see the new economy beginning to emerge in various places around the world. We see it in the wind farms of Western Europe, the solar rooftops of Japan, the bicycle-friendly streets of Amsterdam, the reforested mountains of South Korea and the growing fleet of gas-electric hybrid cars in the United States. It's beginning to take shape, but it's not moving fast enough.

TM: What is it going to take to accelerate that?
LB: It's difficult to say. I play around with scenarios that will wake us up. The situation today reminds me a bit of the United States in the early 1940s when we were trying to ignore the war in Europe and the war in Asia, somehow thinking that we could get through without getting involved -- and then came Pearl Harbor. Overnight literally everything changed, and we mobilized for a war like you've never seen a country mobilize before. It was an extraordinary performance, but it took a very clear, distinct wake-up call.

TM: At the point at which we get a wake-up call that extreme, it may be too late to reverse some of those things, isn't that true?
LB: It's quite possible that the wake-up call will come too late.

TM: I'm an optimist. I look at the negatives that we see right now -- the incompetence in the war and the response to Katrina, the rampant corruption in D.C. -- as perhaps offering a teachable moment. Could Plan B offer the kind of dream -- like Martin Luther King Jr.'s civil rights dream or John Kennedy's Apollo mission -- that could rally people to take on a big challenge that's not a military challenge?
LB: That's an exciting way to put it. I think of King from time to time -- "I have a dream." He kept repeating that theme and described various parts of it, and it became a shared vision of our society. The wake-up call could come with another disruption in the supply of oil that would drive prices up to, say, $100 a barrel, which is entirely feasible. Another less direct possibility: When the price of oil gets up to $60 a barrel, it becomes profitable to convert many agricultural commodities into automotive fuel. Almost everything that we eat can be converted either into ethanol or bio-diesel to run automobiles. As we develop the ethanol distilling capacity and the bio-diesel refining capacity, the price of oil begins to set the price of food. If the food value of a commodity is less than the fuel value, it will be converted into fuel.

TM: In other words, we would take food out of the mouths of the poor and put it into the fuel tanks of the rich?
LB: That's right. One of the consequences of high oil prices is that it sets up direct competition between supermarkets and service stations for the same commodities. The difference is that, in agricultural terms, the appetite of service stations is basically insatiable.

TM: If the world gets hammered this year and next year as they did last year by weather disasters, the people or the insurance companies are going to say, something has to be done about climate change -- another possible wake-up call. What is Plan B?
LB: Plan B has three components: (1) a restructuring of the global economy so that it can sustain civilization; (2) an all-out effort to eradicate poverty, stabilize population and restore hope in order to elicit participation of the developing countries; and (3) a systematic effort to restore natural systems.
Virtually everything we need to do to build an economy that will sustain economic progress is already being done in one or more countries. In Europe, for instance, which is leading the world into the wind era, some 40 million people now get their residential electricity from wind farms. The European Wind Energy Association projects that by 2020, half of the region's population -- 195 million Europeans -- will be getting their residential electricity from wind.

TM: But it's not just about new technologies, is it?
LB: That's right. Building an economy that will sustain economic progress also means eradicating poverty and stabilizing population -- in effect, restoring hope among the world's poor. Eradicating poverty accelerates the shift to smaller families. Smaller families in turn help to eradicate poverty.
The principal line items in the budget to eradicate poverty are investments in universal primary school education; school lunch programs for the poorest of the poor; basic village-level health care, including vaccinations for childhood diseases; and reproductive health and family planning services for all the world's women. In total, reaching these goals will take $68 billion of additional expenditures each year.

TM: Where does the environment fit in all this?
LB: A strategy for eradicating poverty will not succeed if an economy's environmental support systems are collapsing. This means putting together an earth restoration budget -- one to reforest the earth, restore fisheries, eliminate overgrazing, protect biological diversity and raise water productivity to the point where we can stabilize water tables and restore the flow of rivers. Adopted worldwide, these measures require additional expenditures of $93 billion per year. Combining social goals and earth restoration components into a Plan B budget means an additional annual expenditure of $161 billion. Such an investment is huge, but it is not a charitable act. It is an investment in the world in which our children will live.

TM: Where's the money going to come from?
LB: The world is now spending $975 billion annually for military purposes. The U.S. 2006 military budget of $492 billion, accounting for half of the world total, goes largely to the development and production of new weapon systems. Unfortunately, these weapons are of little help in curbing terrorism, nor can they reverse the deforestation of the earth or stabilize climate.
If the United States were to underwrite the entire $161 billion Plan B budget by shifting resources from the $492 billion spent on the military, it still would be spending more for military purposes than all other NATO members plus Russia and China combined.

TM: I hardly imagine the slightest move in that direction for at least the next three years of a Bush administration …
LB: Of all the resources needed to build an economy that will sustain economic progress, none is more scarce than time. With climate change we may be approaching the point of no return. Nature is the timekeeper.
Like earlier civilizations that got into environmental trouble, we can decide to stay with business as usual and watch our global economy decline and eventually collapse. One way or another, the decision will be made by our generation. Of that there is little doubt. But it will affect life on earth for all generations to come.
Interviewer Terrence McNally hosts Free Forum on KPFK 90.7FM, Los Angeles (streaming at kpfk.org).


Goodbye sunshine

Each year less light reaches the surface of the Earth. No one is sure what's causing 'global dimming' - or what it means for the future. In fact most scientists have never heard of it. By David Adam

David Adam
Thursday December 18, 2003

Guardian

In 1985, a geography researcher called Atsumu Ohmura at the Swiss Federal Institute of Technology got the shock of his life. As part of his studies into climate and atmospheric radiation, Ohmura was checking levels of sunlight recorded around Europe when he made an astonishing discovery. It was too dark. Compared to similar measurements recorded by his predecessors in the 1960s, Ohmura's results suggested that levels of solar radiation striking the Earth's surface had declined by more than 10% in three decades. Sunshine, it seemed, was on the way out.

The finding went against all scientific thinking. By the mid-80s there was undeniable evidence that our planet was getting hotter, so the idea of reduced solar radiation - the Earth's only external source of heat - just didn't fit. And a massive 10% shift in only 30 years? Ohmura himself had a hard time accepting it. "I was shocked. The difference was so big that I just could not believe it," he says. Neither could anyone else. When Ohmura eventually published his discovery in 1989 the science world was distinctly unimpressed. "It was ignored," he says.

It turns out that Ohmura was the first to document a dramatic effect that scientists are now calling "global dimming". Records show that over the past 50 years the average amount of sunlight reaching the ground has gone down by almost 3% a decade. It's too small an effect to see with the naked eye, but it has implications for everything from climate change to solar power and even the future sustainability of plant photosynthesis. In fact, global dimming seems to be so important that you're probably wondering why you've never heard of it before. Well don't worry, you're in good company. Many climate experts haven't heard of it either, the media has not picked up on it, and it doesn't even appear in the reports of the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).

"It's an extraordinary thing that for some reason this hasn't penetrated even into the thinking of the people looking at global climate change," says Graham Farquhar, a climate scientist at the Australian National University in Canberra. "It's actually quite a big deal and I think you'll see a lot more people referring to it."

That's not to say that the effect has gone unnoticed. Although Ohmura was the first to report global dimming, he wasn't alone. In fact, the scientific record now shows several other research papers published during the 1990s on the subject, all finding that light levels were falling significantly. Among them they reported that sunshine in Ireland was on the wane, that both the Arctic and the Antarctic were getting darker and that light in Japan, the supposed land of the rising sun, was actually falling. Most startling of all was the discovery that levels of solar radiation reaching parts of the former Soviet Union had gone down almost 20% between 1960 and 1987.

The problem is that most of the climate scientists who saw the reports simply didn't believe them.

"It's an uncomfortable one," says Gerald Stanhill, who published many of these early papers and coined the phrase global dimming. "The first reaction has always been that the effect is much too big, I don't believe it and if it's true then why has nobody reported it before."

That began to change in 2001, when Stanhill and his colleague Shabtai Cohen at the Volcani Centre in Bet Dagan, Israel collected all the available evidence together and proved that, on average, records showed that the amount of solar radiation reaching the Earth's surface had gone down by between 0.23 and 0.32% each year from 1958 to 1992.

This forced more scientists to sit up and take notice, though some still refused to accept the change was real, and instead blamed it on inaccurate recording equipment.

Solar radiation is measured by seeing how much the side of a black plate warms up when exposed to the sun, compared with its flip side, which is shaded. It's a relatively crude device, and we have no way of proving how accurate measurements made 30 years ago really are. "To detect temporal changes you must have very good data otherwise you're just analysing the difference between data retrieval systems," says Ohmura.

Stanhill says the dimming effect is much greater than the possible errors (which anyway would make the light levels go up as well as down), but what was really needed was an independent way to prove global dimming was real. Last year Farquhar and his group in Australia provided it.

The 2001 article written by Stanhill and Cohen sparked Farquhar's interest and he made some inquiries. The reaction was not always positive and when he mentioned the idea to one high-ranking climate scientist (whose name he is reluctant to reveal) he was told: "That's bullshit, Graham. If that was the case then we'd all be freezing to death."

But Farquhar had realised that the idea of global dimming could explain one of the most puzzling mysteries of climate science. As the Earth warms, you would expect the rate at which water evaporates to increase. But in fact, study after study using metal pans filled with water has shown that the rate of evaporation has gone down in recent years. When Farquhar compared evaporation data with the global dimming records he got a perfect match. The reduced evaporation was down to less sunlight shining on the water surface. And while Stanhill and Cohen's 2001 report appeared in a relatively obscure agricultural journal, Farquhar and his colleague Michael Roderick published their solution to the evaporation paradox in the high-profile American magazine Science. Almost 20 years after it was first noticed, global dimming was finally in the mainstream. "I think over the past couple of years it's become clear that the solar irradiance at the Earth's surface has decreased," says Jim Hansen, a leading climate modeller with Nasa's Goddard Institute for Space Studies in New York.

The missing radiation is in the region of visible light and infrared - radiation like the ultraviolet light increasingly penetrating the leaky ozone layer is not affected. Stanhill says there is now sufficient interest in the subject for a special session to be held at the joint meeting of the American and Canadian geophysical societies in Montreal next May.

So what causes global dimming? The first thing to say is that it's nothing to do with changes in the amount of radiation arriving from the sun. Although that varies as the sun's activity rises and falls and the Earth moves closer or further away, the global dimming effect is much, much larger and the opposite of what would be expected given there has been a general increase in overall solar radiation over the past 150 years.

That means something must have happened to the Earth's atmosphere to stop the arriving sunlight penetrating. The few experts who have studied the effect believe it's down to air pollution. Tiny particles of soot or chemical compounds like sulphates reflect sunlight and they also promote the formation of bigger, longer lasting clouds. "The cloudy times are getting darker," says Cohen, at the Volcani Centre. "If it's cloudy then it's darker, but when it's sunny things haven't changed much."

More importantly, what impact could global dimming have? If the effect continues then it's certainly bad news for solar power, as darker, cloudier skies will reduce its meagre efficiency still further. The effect on photosynthesis, and so on plant and tree growth, is more complicated and will probably be different in various parts of the world. In equatorial regions and parts of the southern hemisphere regularly flooded with light, photosynthesis is likely to be limited by carbon dioxide or water, not sunshine, and light levels would have to fall much further to force a change. In fact, in some cases photosynthesis could paradoxically increase slightly with global dimming as the broken, diffuse light that emerges from clouds can penetrate deep into forest canopies more easily than direct beams of sunlight from a clear blue sky.

But in the cloudy parts of the northern hemisphere, like Britain, it's a different story and if you grow tomatoes in a greenhouse you could be seeing the effects of global dimming already. "In the northern climate everything becomes light limiting and a reduction in solar radiation becomes a reduction in productivity," Cohen says. "In greenhouses in Holland, the rule of thumb is that a 1% decrease in solar radiation equals a 1% drop in productivity. Because they're light limited they're always very busy cleaning the tops of their greenhouses."

The other major impact global dimming will have is on the complex computer simulations climate scientists use to understand what is happening now and to predict what will happen in the future. For them, global dimming is a real sticking point. "All of their models, all the physics and mathematics of solar radiation in the Earth's atmosphere can't explain what we're measuring at the Earth's surface," Stanhill says. Farquhar agrees: "This will drive what the modellers have to do now. They're going to have to account for this."

David Roberts, a climate modeller with the Met Office's Hadley Centre, says that although the issue of global dimming raises some awkward questions, some of the computer simulations do at least address the mechanisms believed to be driving it. "Most of the processes involving aerosols and formation of clouds are already in there, though I accept it's a bit of a work in progress and more work needs to be done," Roberts says.

Another big question yet to be answered is whether the phenomenon will continue. Will our great grandchildren be eating lunch in the dark? Unlikely, though few studies are up to date enough to confirm whether or not global dimming is still with us. "There's been so little done that nobody really understands what's going on," Cohen says. There are some clues though.

O hmura says that satellite images of clouds seem to suggest that the skies have become slightly clearer since the start of the 1990s, and this has been accompanied by a sharp upturn in temperature. Both of these facts could indicate that global dimming has waned, and this would seem to tie in with the general reduction in air pollution caused by the scaling down of heavy industry across parts of the world in recent years. Just last month, Helen Power, a climate scientist at the University of South Carolina published one of the few analyses of up-to-date data for the 1990s and found that global dimming over Germany seemed to be easing. "But that's just one study and it's impossible to say anything about long-term trends from one study," she cautions.

It's also possible that global dimming is not entirely down to air pollution. "I don't think that aerosols by themselves would be able to produce this amount of global dimming," says Farquhar. Global warming itself might also be playing a role, he suggests, by perhaps forcing more water to be evaporated from the oceans and then blown onshore (although the evidence on land suggests otherwise). "If the greenhouse effect causes global dimming then that really changes the perspective," he says. In other words, while it keeps getting warmer it might keep getting darker. "I'm not saying it definitely is that, I'm just raising the question."

Ultimately, that and other questions will have to be considered by the scientists around the world who are beginning to think about how to prepare the next IPCC assessment report, due out in 2007. "The IPCC is the group that should investigate this and work out if people should be scared of it," says Cohen. Whatever their verdict, at least we are no longer totally in the dark about global dimming.

Further reading

Global Dimming: A Review of the Evidence, G Stanhill and S Cohen Agricultural and Forest Meteorology Volume 107 (2001), pages 255-278

The Cause of Decreased Pan Evaporation Over the Past 50 Years, M Roderick and G Farquhar Science Volume 298 (2002), pages 1410-1411

Observed Reductions of Surface Solar Radiation at Sites in the US and Worldwide, B Liepert Geophysical Research Letters Volume 29 (2002), pages 1421-1433


HARVARD GAZETTE ARCHIVES:

Environmental Risk of Supersonic Jets Probed

By William J. Cromie

12 December 1996

Gazette Staff     http://www.news.harvard.edu/gazette/1996/12.12/EnvironmentalRi.html

<>WWhen a high-flying spy plane dove through the exhaust of a Concorde supersonic jet flying tourists around the world, it produced a scientific surprise. The exhaust contained an unexpectedly high number of particles, a fact that bears on the protective ozone umbrella over our heads and on global warming.

The startling discovery looms as a possible monkey wrench in the plans of the U.S. and other nations to build supersonic commercial airliners that will cut hours off a trip across the Pacific Ocean.

"Many people are trying to predict the effects of exhaust gases and particles on the stratospheric ozone that protects us from harmful ultraviolet radiation from the sun," says Steven Wofsy, Gordon McKay Professor of Atmospheric and Environmental Sciences. "Computer models have been developed in laboratories and many measurements made from research aircraft, but this was the first time we obtained information about real airplanes flying in the stratosphere."

"The results have made a lot of people nervous," continues Paul Wennberg, a research associate in chemistry. "The surprising number of particles are very tiny -- millionths of an inch in size. We have no idea what they are made of, and they could alter our predictions of how the new commercial aircraft will affect ozone levels and, perhaps, global warming."

 

Four Hours to Tokyo

One thing Wofsy, Wennberg, and their Harvard colleagues know for certain: there have been a lot of surprises in the stratosphere and there will probably be many more. This cold, calm region of our atmosphere begins between 5 and 11 miles high, and extends up to roughly 30 miles. This transition area between the turbulent, cloudy lower atmosphere and near-space contains the ozone layer that shields us from the radiation that is implicated in skin cancer, cataracts, and crop damage and other ecological calamities.

The U.S. runs a $500 million research program to investigate the feasibility of the so-called High Speed Civil Transports (HSCT), which would pass through the lower part of the stratosphere on their way to Asia, Europe, and Australia. In one scenario, you could board a HSCT in Los Angeles in the morning and arrive in Tokyo four hours later.

Before investing billions of dollars on these swift aircraft, however, the airlines industry wants to know how the gases and particles they belch out will affect the environment.

To find out, researchers from various universities and federal agencies put instruments aboard National Aeronautics and Space Administration aircraft that fly as high as 14 miles. These aircraft, formerly called U-2s and now ER-2s, were designed for military spy missions. During the past four years Wofsy's Harvard team has flown instruments on more than 100 flights, which covered the stratosphere from the Arctic to the Antarctic at altitudes ranging from 5 to 13 miles.

One goal of these high-in-the-sky missions is to determine how long gases that rise from the turbulent lower atmosphere stay in the more stable stratosphere. The team uses measurements of carbon dioxide, which comes from smokestacks and tailpipes, to track air movements into and within the stratosphere

Their results were unexpected.

"We determined that such gases move upward in tropical areas and spread rapidly into both the Northern and Southern Hemispheres," notes Kristie Boering, a research associate in atmospheric chemistry. "They stay in the stratosphere an average of five years before descending into the middle latitudes and polar regions. The longer gases stay in the stratosphere, the more pollutants from stratoliners may build up. We estimate that pollutant concentrations from proposed aircraft flying in the stratosphere will be 25 to 100 percent greater than previously expected," Boering wrote in a report published recently in the journal Science.

That sounds like bad news.

"Not necessarily," Boering counters. "It helps us to test whether computer models that simulate the atmosphere are accurate. The models are used to predict the consequences of increased levels of gas and particles, natural and artificial, on ozone depletion and global warming. Our results have already improved these computer simulations. If models and measurements continue to agree, that will increase confidence in our predictions of the impact of HSCT emissions."

Ozone