|
GLOBAL DIMMING: (nl versie) BBC HORIZON DOCUMENTAIRE OVER HET BROEIKASEFFECT DAT NOG VEEL ERGER IS DAN HET NU LIJKT (real media: eerst laden!) GLOBAL DIMMING: (uk versie) |
Fossiele
brandstoffen. Het gebruik van fossiele brandstoffen zal wereldwijd exponentiëel toenemen. Dat is een ijzeren logica waar niemand aan twijfelt. Het is al tientallen jaren wetenschappelijk onderbouwd dat globaal het klimaat verandert door de verbranding van kolen, olie en gas. De extreem snelle opwarming van de aarde wordt door de mens veroorzaakt. Dit is het duidelijkst te merken aan de wereldwijde afname van gletsjers. Sommige gletsjers zijn volledig verdwenen in de laatste decennia(zie kader) De oceanen warmen meetbaar op met catastrofale gevolgen: stijging zeespiegel, toename zware stormen, meer waterdamp in de atmosfeer, verplaatsing van de moessons. |
http://nmga.bergsport.com/alpijn/alpijn02b.html
De World Glacier Monitoring Service (WGMS) van de Universiteit van Zürich onderzoekt het afkalven van gletschers over het gehele aardoppervlak. Men heeft geconstateerd dat de Zwitserse Rhone- en Aletschgletschers de laatste vijftien jaar een vijfde van hun volume hebben verloren. Als dit in dit tempo doorgaat, zijn in 2050 alle gletschers in de Europese Alpen verdwenen. Het WGMS wijt de afname aan de mondiale klimaatopwarming. Als er veel sneeuw op de gletschers ligt wordt de zonnestraling voldoende teruggekaatst. In zachte winters met weinig sneeuwval echter staan de kale gletschers blootgesteld aan de zon en absorberen makkelijker de zonnewarmte. Bovendien stimuleert regenval het smeltproces op de gletschers. De sneeuwgrens komt ook steeds hoger te liggen. Iedere wintersporter heeft er mee te maken. Men berekende in Oostenrijk dat de gemiddelde wintertemperatuur daar de afgelopen tien jaar met een graad gestegen is. Die graad extra leidt tot een verkorting van de sneeuwperiode met vier a zes weken. Het Oostenrijkse KNMI verwacht dat in 2030 in de gebieden onder de 1200 meter überhaupt geen sneeuw meer zal vallen. Nu ligt die grens bij 800 tot 1000 meter. In Zwitserland doet men nog somberder voorspellingen: de sneeuwgrens daar zou binnen enkele decennia gestegen zijn tot 1800 meter. Daarmee komt de helft van de Zwitserse skigebieden in gevaar. De wintersportdorpen voorzien grote problemen: toeristen zullen afhaken als ze tijdens hun vakantie tegen bruine hellingen aan moeten kijken. Bovendien zullen ze niet meer tot in het dal (of tot onder aan de skilift) kunnen skiën. De oplossing wordt onder andere gezocht in de aanleg van snelle hoge liften die de skiërs naar sneeuwzekere hoogten kunnen brengen en in het gebruik van sneeuwkanonnen. Wat die sneeuwkanonnen betreft: zij kunnen pas hun werk doen als het een graad of zes vriest. Pas dan kan uit water en lucht kunstsneeuw worden gemaakt. Wil men in warmere tijden kunnen beschikken over kunstsneeuw, dan is er sinds kort de oplossing van het geïsoleerde kunstsneeuwdepot: als het voldoende koud is, wordt extra kunstsneeuw geproduceerd en opgeslagen voor warmere tijden. De milieubeweging is mordicus tegen het gebruik van kunstsneeuw. Het leidt tot een hoog energie- en waterverbruik. Om tien hectare grond te voorzien van een dekkende laag kunstsneeuw is 15.000 tot 20.000 kubieke meter water nodig. Anderen nadelen zijn: - de structuur van kunstsneeuw is veel dichter; de onderliggende flora wordt erdoor verstikt; - de grotere hoeveelheid smeltwater in het voorjaar, ontstaan uit de compactere sneeuw, kan tot erosie leiden; - om sneller kristallisatie van de kunstsneeuw te bereiken worden dode bacteriën en ook chemicaliën toegevoegd. Bron: Utrechts Nieuwsblad 13.2.2002 / NRC Handelsblad 28.2.2002 Permafrost
Het ontdooien van permanent bevroren grond doet zich niet alleen voor in
|
Sinds 30 jaar is bekend dat de groei van de wereldeconomie uitloopt op een catastrofe. (club van Rome) Door sommige regeringsleiders worden verwoede pogingen ondernomen het tij te keren. Andere regeringsleiders stellen alles in het werk om deze pogingen te ridiculiseren. Het is zonder meer krankzinnig dat landelijke regeringen niet voldoende gemotiveerd zijn om de juiste praktische stappen te nemen om een ramp te voorkomen. Het meest waarschijnlijke is dat de energiebedrijven de overheidsdienaren met grote sommen geld omkopen. Duidelijk was te zien en te horen tijdens de laatste klimaatconferentie dat zonder uitzondering de landelijke overheden geen oog hebben voor kinderen maar slechts denken aan het eigen geldelijke gewin. Stichting Visie gaat ondanks deze niet mis te verstane signalen er van uit dat binnen de Nederlandse overheid toch nog enkele verstandige mensen te vinden zijn met een heldere blik. De regering Balkenende II bestaat helaas uitsluitend uit mensen zonder enige visie, verstandig beleid moet dus van de hogere ambtenaren komen en worden gesteund door alle Nederlanders. Helaas is de komst van het kabinet Balkenende III en IV ook geen opluchting. Balkenende IV is zelfs geheel geredigeerd door het obscure Bilderberg-gezelschap, gebaseerd op uitsluitend geheime afspraken tussen regeringsleiders, bankiers en fabrikanten. Via geheime afspraken zijn geen maatregelen denkbaar die het "bedrijfsleven" onwelgevallig zijn. De Bilderbergers zijn een loot van de stam die heet: "samen voor ons eigen". Langzaam moet toch het besef doordringen dat met geheime genootschappen in de regering onmogelijk democratische politiek te bedrijven is ten behoeve van het algemeen belang. Het lijkt erop dat de totale wereld in handen is van organisaties zoals het puberale Skull & Bones. Het Nederlandse Landschap. Bij iedereen moet nu toch wel duidelijk zijn dat de 'economie' Nederland vernietigt door willekeurig toe te staan dat overal bedrijfsterreinen in oude weidelandschappen verrijzen. Nederland wordt door de totale afwezigheid van enig centraal beleid op het gebied van ruimtelijke ordening volledig overgelaten aan de lokale 'beleidsmakers' die gemakkelijk zijn om te kopen en onder druk te zetten. Het toelaten van het volbouwen van de laatste veenweidegebieden in het z.g. 'groene hart' geeft aan dat de overheid geen hart heeft voor Nederland. De inburgering van immigranten kan achterwege gelaten worden omdat binnen één generatie er geen Nederland meer zal zijn dat die naam verdient.
Een belangrijke bijdrage aan de CO2 emissie levert de auto. Sinds 1900 is er niets fundamenteels veranderd aan deze manier van voortbewegen. Rechtstreeks afgeleid van de stoommachine van James Watt, die een liniaire beweging omzet in een roterende. Het bij elke slag vertragen van de massa van de zuiger geeft een enorm rendementsverlies wat nog versterkt wordt door de wrijving en het lawaai. De zuigermotoren draaien al honderd jaar op benzine en dieselolie. Het auto-ontwerp getuigt van een star conservatisme: het is al honderd jaar hetzelfde. De explosiemotor is wereldwijd een bron van lawaai, stank en milieuvernietiging. Steden zijn daardoor al tientallen jaren onleefbaar geworden. Grote delen van het platteland worden aan stank en lawaai door voertuigen en vliegtuigen opgeofferd. Het rendement van deze motoren is bovendien buitengewoon laag. Verreweg het grootste deel van de energie uit aardolie wordt weggegooid in de vorm van weerstand, warmte, roet, stof, lawaai en slijtage. Een stap die al honderd jaar geleden gedaan had moeten worden is de rechtstreekse omzetting van brandstof in beweging, zonder tussenkomst van mechanica. Dit kan o.a. door middels van brandstofcellen en lineaire electromotoren via de terugkeer naar gelijkstroom. Het elektriciteitsnet met wisselspanning (50 of 60 Hz) geeft een enorm rendementsverlies. Bovendien veroorzaakt wisselspanning ionisaties en "elektrosmog", elektromagnetische velden die tal van ziekten veroorzaken bij mens en dier. (door trafo's, hoogspanningsleidingen etc.) Het omschakelen naar gelijkstroom is een gigantische operatie maar geeft daarna zeer veel energiebesparing. Alle elektronica werkt immers al op gelijkstroom! In computers, tv's, telefooncentrales, radioapparatuur etc. hoeft dan enkel een spanningsregelaar gebouwd te worden in plaats van een stroom slurpende omvormer. de welvaart stijgt worden deze auto's in toenemende mate uitgerust met grotere motoren en leggen bovendien steeds meer kilometers af per jaar. Het toegenomen aantal applicaties van de auto zoals airconditioning, permanente verlichting en vierwiel aandrijving vreten brandstof. Het is competitie geworden om een auto te kopen met een a-sociaal grote cilinder-inhoud, zodat zichtbaar wordt hoe onverschillig men is over de toekomst van de aarde en de bewoners. Veel auto's worden vanwege de lagere accijns uitgerust met dieselmotoren waardoor samen met de luchtvaart, waar straalmotoren eveneens gebruikmaken van diesel, de hoeveelheid fijnstof (roet) in de atmosfeer enorm is toegenomen. Nederland is daardoor één van de meest vervuilde gebieden op aarde. Het is eenvoudig door de overheid te beïnvloeden met fiscale maatregelen, alleen onze regering is daar anno 2006 te beroerd voor omdat zij immers in dienst staat van het bedrijfsleven. Die 5000 (of 18000) extra Nederlandse doden per jaar als gevolg van luchtverontreiniging neemt men graag op de koop toe. Het luchtverkeer laat men met dit no-nonsense beleid tot het oneindige doorgroeien zodat de hele wereld in een roetwolk gehuld is. (Zie kader onder deze bladzijde) Vier en vijf liter motoren zijn in Europa geen uitzondering meer. Het individualisme van deze tijd ontaardt in het nodeloze verwerken van zo veel mogelijk brandstof. Grote jeep cherokees, volvo stationwagons, vierwiel-aangedreven terreinwagens, enorme kolossen van staal en glas verstoppen de Nederlandse snelwegen, waarbij bovendien de rijstijl op een verspillende wijze verruwt. Het kabinet-Balkenende draagt een
forse
steen
bij in het totalitaire verkeersgedrag
De
regering-Balkenende-1 was
het resultaat van een snel voorbijgaande onder de paarse regering door het excessieve luchtverkeer, de enorme toename van het aantal auto's, bussen en vrachtwagens. Het aantal binnenschepen en zeeschepen met een enorm motorvermogen is toegenomen. De machines in de wegenbouw, het grondverzet. zijn in aantal en vermogen toegenomen. Dit allemaal onder de noemer 'economie en logistiek' zonder enig begrip wat dit betekent voor de opwarming van de aarde. Het leger is een apart hoofdstuk: enorme hoeveelheden brandstof worden verspild door luchtmacht, marine en landmacht. Permanent in de lucht of op zee paraat zijn is een krankzinnige aanslag op het milieu. Tanks, vrachtwagens en bussen van de landmacht voegen daar nog eens tonnen CO2 en roet aan toe. Supersonisch en extreem hoog vliegen geeft een substantiële toevoeging aan de "GLOBAL DIMMING". Uiteindelijk (binnen 10 jaar?) komt het gehalte CO2 in de atmosfeer voorbij een punt waarvan geen terugkeer meer mogelijk is: de polen smelten onstuitbaar, het zeewater stijgt enkele meters en de golfstromen veranderen van richting waardoor de diepzee wordt opgewarmd. Door deze opwarming van de zeebodem komt een catastrofale hoeveelheid methaan vrij, dat nog een gevaarlijker broeikasgas is dan kooldioxide (CO2) De temperatuur van de aarde stijgt buiten alle propoties waardoor het tropisch regenwoud van de Amazone verdroogt en volledig afbrandt. Het regenwoud verandert in hoog tempo in een soort Sahara. Door het smelten van de ijskap op Groenland stijgt de zeespiegel met minstens 7 meter. De aarde krijgt ongeveer de atmosfeer van TITAN, een maan van Jupiter, bestaande uit grotendeels methaan, waar geen zonlicht meer doordringt en de temperatuur daalt tot 180 onder nul. Aarde is een nucleaire reactor Nucleaire reactors behoeven koeling: deze koeling gaat via onze atmosfeer. Als door opwarming van de aarde dit koelsysteem gaat falen en tenslotte geheel wegvalt ontstaat een kernsmelting en uiteindelijk explodeert de aarde door grote druk van binnenuit. De tekenen zijn: toename van aantal en ernst van aardbevingen en vloedgolven. Het aantal aardbevingen en vulkaanuitbarstingen schijnt de laatste tijd inderdaad toe te nemen. Niemand kan garanderen dat dit scenario een fabeltje is. Het is bovendien waarschijnlijk dat de ondergrondse en bovengrondse proefexplosies met nucleaire bommen door de enorme uitstoot van snelle neutronen de nucleaire reactor versnelt waardoor het aantal aardbevingen nog eens enorm toeneemt. Wat wel zeker is dat meer dan de helft van de diersoorten binnen 50 jaar is uitgestorven door abnomaal snelle klimaatswijziging. Omdat door de regering en het parlement niet over dit feit wordt gepraat is kennelijk daar de gedacht dat het vanzelf wel over zal gaan of overheerst het "na ons de zondvloed" - gevoel. Met andere woorden: de kinderen worden opgezadeld met een verwoeste natuur en een verwoeste aarde Niets is macaberder en egocentrischer dan het zwijgen van onze regering. Het huidige gedrag van regeringen noopt tot het op zeer korte termijn instellen van een wereldwijde ecodictatuur die zonodig met grof geweld regeringen dwingt een einde te maken aan het vernietigen van ons leefmilieu. Dit grove geweld is preventief te noemen vanwege de zekerheid dat het klimaat met nog grover geweld het leven van de mensheid op de aarde binnen één generatie tot een hel zal maken. Overheid bevordert autogebruik De nationale overheden bevorderen het rijden met auto's door fiscaal voordeel voor het gebruik van b.v. leaseauto's terwijl bovendien die overheden fiscaal volkomen afhankelijk zijn geworden van de auto's door de wegenbelasting en accijns op brandstof. Geen enkel plan tot emissievermindering van CO2 wordt daarom afdoende door regeringen ondersteund, anders waren al 30 jaar geleden maatregelen getroffen en waren de resultaten nu zichtbaar.(behalve Denemarken en IJsland) <>Het moet toch eenvoudig zijn door middel van fiscale sturing een ander brandstofrégime af te dwingen. Het vergt alleen een concrete beleidsvisie waaraan wordt vastgehouden door opéénvolgende regeringen ongeacht de politieke signatuur. Als geen langetermijnvisie kan worden ontwikkeld door de Nederlandse overheid is het slecht gesteld met de hoge ambtenarij die overigens helaas een regering in een regering vormt. Het is ook slecht voor het democratische gehalte van de opéénvolgende regeringen. Als geen langetermijnbeleid op het gebied van welzijn en milieu wordt ontwikkeld kan de sociale onrust dusdanige vormen aannemen dat aan de huidige regeringsvorm in West-Europa een einde gemaakt wordt. Een politiestaat is het meest waarschijnlijke alternatief. Stichting Visie stelt daarom voor dat de Nederlandse overheid nu in 2006 enkele essentiële doelen opstelt waar het beleid zich de komende tien jaar op moet richten. Deze doelstellingen moeten dan ook echt gerealiseerd worden. Dit geeft de burger veel meer vertrouwen in de overheid dan de vage rapporten die geen praktische invulling geven aan het beleid. Stichting Visie is ervan overtuigd dat snel maatregelen moeten worden getroffen. Deze maatregelen worden in Nederland genomen met als tweede doel een voorbeeldfunctie naar de gehele wereld. Als het toch mogelijk is om binnen een paar jaar de euro in te voeren moet het zeker mogelijk zijn om een andere brandstof (waterstof) binnen tien jaar in te voeren. (milieudeltaplan) Helaas is met de euro de Nederlandse burger op een groteske wijze bestolen: ten eerste was de euro 15% te duur en ten tweede is na één jaar de euro een gulden waard, terwijl de lonen hetzelfde bleven. De burgers van Nederland zijn met de invoering van de euro ernstig benadeeld. De overheid met het bedrijfs- leven "lachen in hun vuistje". Het is toch vreemd vast te moeten stellen dat de Nederlandse overheid zonder morren 2 miljard gulden in een gedoemde kerncentrale zoals die bij Kalkar investeerde, terwijl het onderzoek naar nieuwe schone brandstoffen zeker tientallen jaren praktisch stil ligt. Als Nederland een aansprekend
voorbeeld
kan zijn
in de abortuswetgeving, Er zijn van zelfsprekend veel
maatschappelijke
krachten die tegenwerken, vooral de Pas wanneer het besef doordringt
dat er
geld te
verdienen valt met "sustainables" En passant kan dus het
koningshuis op
sterk water
worden gezet, want daar Scenario overheidsmaatregelen. AUTO"S 1. Er moet binnen een jaar een
wet komen
waarin
omschreven staat dat na 2. Auto's moeten als eerste stap
uitgerust worden
met een hybride motor
waardoor
de 3. Gas- en
olie(distributie)bedrijven
moeten minimaal
50% van het te investeren 4. Er wordt wettelijk een datum
gesteld
waarna
alle auto's moeten voldoen 5. Identieke maatregelen worden getroffen voor het trein- vracht- scheeps- en luchtverkeer. Met name het luchtverkeer moet nationaal aangepakt worden. Fiscale maatregelen moeten door de Nederlandse overheid eenzijdig worden opgelegd, b.v. in de vorm van belasting op de brandstof. VLIEGTUIGEN zijn niet in het Kyoto Protocol inbegrepen, wederom voor de Nederlandse overheid een goede reden eenzijdige maatregelen te treffen ten bate van het internationale railverkeer. De luchtvaart speelt een belangrijke rol in het klimaat door condensstrepen en de vervuiling van de stratosfeer met roetdeeltjes uit vliegtuigdiesel. Het klimaat wordt aantoonbaar negatief beïnvloed door roet, het zonlicht is globaal gemiddeld met 20% verminderd in de laatste 40 jaar. (Global Dimming) De laatste 6 jaar (sinds 2000) is het aantal condensstrepen veranderd in persistentie, een diepblauwe hemel tijdens een mooie zomerdag komt niet meer voor, de lucht blijft altijd grijs, hoe komt dat? Door de vervuiling van de lucht wordt hierdoor het broeikaseffect gemaskeerd. De moessonregens blijven achterwege door de vervuiling van de hogere luchtlagen. Steeds meer vakantievluchten belasten de hogere luchtlagen behalve met roet met steeds meer CO2 en andere gassen. De Concorde heeft door de grote vlieghoogte enorm bijgedragen aan de 'global dimming'. (Het is een ernstige fout van overheden om de luchtvaart te subsidiëren door vrijwaring van accijns omdat dit het vliegverkeer kunstmatig goedkoper houdt ten opzichte van ander vervoer. Het vliegverkeer wordt hierdoor op grote schaal onterecht bevoordeeld ten opzichte van het internationale treinverkeer) Er moet juist
worden gewerkt aan
een
centraal
gelegen Europese luchthaven WONINGEN 7.
Er wordt
gestreefd om voor 2010 de totale olie-economie over te schakelen op
een 8. De energievoorziening wordt
weer
door de overheid
gereguleerd. De korte-termijn VS, Canada en Haaksbergen (!) onmogelijk worden. Atoomenergie valt af omdat de bouw en het delven, concentreren en verrijken van uranium en de eeuwige opslag van nucleair afval veel meer CO2 oplevert dan de bouw en exploitatie van b.v. een willekeurige aardgascentrale. De toekomst is aan kleine warmte-kracht units ter grootte van een HR ketel voor de CV. Deze verzorgen zowel de warmte (water en centrale verwarming) als de electriciteits- voorziening. Het rendement van aardgas komt boven de 90% in plaats van de huidige 20%. Technisch is dit al meer dan een decennium mogelijk. Belachelijk dat er totaal niet in wordt geïinvesteerd. Het kolossale verlies door hoogspanningsleidingen wordt op deze manier vermeden of tenminste zeer sterk gereduceerd. De restopwekking van electra kan dan aan het lokale net worden geleverd. Een stad wordt volledig zelfvoorzienend met een gering back-up vermogen. In Duitsland is daarmee jaren ervaring opgedaan met als resultaat enorme energiebesparingen. Kleine zonnepanelen en windmolens kunnen met de huidige microprocessors electronisch moeiteloos worden geïntegreerd en de overgang op waterstof kan veel gemakkelijker dan bij grootschalige opwekking. Een schone taak voor het Ministerie van Energie! De oplossing voor grootschalige electriciteitsopwekking wordt uitgelegd op de website van de Stichting ter bevordering van Grootschalige Exploitatie van Zonneënergie waarin een oplossing voor het lange-afstand vervoer van electriciteit door middel van gelijkstroom wordt aangeprezen. Grootschalige electriciteitsopwekking vindt plaats via spiegels naar een stoomgenerator met dynamo. Het rendement is beduidend hoger dan fotovoltaïsche zonnepanelen. Het nadeel blijft dat de huidige dictatoriale energiemonopolies aan de macht blijven. Veel energie kan bespaard worden door bestaande auto's om te bouwen met electromotoren en accu's, gezamenlijk net zo zwaar als een fossielenmotor. Ombouwbedrijven geven enorm veel werkgelegenheid en je houdt gewoon je eigen comfortabele auto, waar je nog jaren in kan rijden. Een systeem van ruilaccu's kan landelijk opgezet worden met behulp van bestaande benzinepompen. Verder kan je thuis via het stopkontakt je auto opladen. De capaciteit van het huidige electriciteitsnet is ruim voldoende voor miljoenen auto's bij gebruik van eerdervermelde kleine lokale warmte-kracht eenheden, zonnepanelen, windenergie etc. Het gevolg van bovenstaande oplossingen
zal zijn dat het
verbruik
van fossiele
brandstoffen Stichting Visie is van mening dat
de
overheid
geen "gentleman's agreement's" mag Stichting Visie is van mening dat
de
overheid
op dit moment de Door de snelle kapitaalstromen wordt het
mondiale energiebeleid buitengewoon star NEGATIEVE ASPECTEN DIE DE ACHTERSTAND BEVORDEREN Wat betreft innovatieve technologieën is Nederland ver achtergebleven bij Finland, de VS en UK. Dit komt voornamelijk door de bezuinigingen bij het onderwijs, de foute sturing vanuit de overheid en de verkeerde kontakten tussen bedrijfsleven en de universiteiten, voornamelijk veroorzaakt door incompetentie bij de hogere ambtenaren, ministers en andere politiek verantwoordelijken. In de Tweede Kamer is praktische kennis taboe, de meeste leden zijn juristen en managers (de z.g. "Beleidsmakers"). De overdreven nadruk van universiteiten op populaire business opleidingen, financiën en management geeft het land een duidelijke achterstand ten opzichte van omringende landen. Het gevolg is een dramatische daling in het aantal studenten in de exacte vakken zoals natuurkunde en wiskunde. De technologievakken geven dezelfde daling in studentenaantallen te zien. De universitaire studie is verworden tot een opleiding voor een hoog salaris in het bedrijfsleven. De aanzuigende werking door de berichtgeving over krankzinnige topsalarissen is evident. De overheid doet zelf ook mee in de race. Ambtenaren zijn verworden tot zich zelf verrijkende managers die een "produkt" op de markt brengen. Daarbij hoort eeuwige groei, kortetermijndenken, stilstand is achteruitgang, alles moet kostendekkend zijn behalve de 'vredesmissies' in Irak en Afghanistan.De overheid is dus zelf een big-business geworden met voorbijgaan aan de specifieke taken zoals continuïteit, kwaliteit, bereikbaarheid en beleid voor de lange termijn. (50 - 100 jaar) Alleen als het over atoomafval gaat is er ineens wèl een beleid voor de lange termijn: tot zelfs 100 000 jaar kunnen de verantwoordelijke ambtenaren plotseling feilloos vooruitzien. De overheid mag niet participeren in het bedrijfsleven maar heeft juist de plicht om op een terzake kundige en volwassen manier toezicht te houden. Dit toezicht houden is op velerlei gebied: banken, industrie, openbare ruimte, landschap, milieu, sociale rechten, openbaar vervoer, internationale geldstromen, krediet en hypotheek. Dat kost allemaal geld en vergt deskundigheid en inzicht. Voor deze taken is het belastingstelsel. De overheid mag nooit winstgevend zijn. Het is ook nooit een bedrijf! De manager maakt in regeringskringen anno 2008 helaas de dienst uit. Hans de Jonge Stichting Visie december 2008 Global Energy - Reduction Plan That plan would:
*
Redirect energy subsidies in industrial nations. The United States
spends more than $20 billion a year to subsidize coal and oil;
industrial countries overall spend about $200 billion. If those
subsidies were withdrawn from carbon fuels and put behind renewable
energy sources, oil companies would follow the money and use it to
retool and retrain their workers to become aggressive developers of
fuel cells, wind farms, and solar systems.
* Create a fund of about $300 billion a year
to transfer clean energy
to poor countries. Virtually all developing countries would love to go
solar; virtually none can afford it. China is home to some of the most
air-polluted cities in the world. Others include Bangkok, Thailand,
Santiago, Chile and Mexico City. * The
fund could be financed by a small tax on international currency
transactions, which total more than $1.5 trillion every day. A tax of a
quarter-penny-per-dollar on those transactions would yield about $300
billion a year for windfarms in India, solar assemblies in El Salvador,
fuel cell factories in South Africa, and vast solar-powered hydrogen
farms in the Middle East. Alternatively,
financing could come from a carbon tax in industrial countries or a tax
on international airline travel.
*
Establish a mandatory fossil fuel efficiency standard that rises 5
percent per year. Starting at its current baseline, each country would
produce the same amount of goods next year with
5 percent less carbon fuel or produce 5 percent more with the same
amount of carbon fuel -- until the 70 percent reduction was attained.
Nations
would initially meet the goal through low-cost efficiency measures.
When those efficiencies were exhausted, countries would meet the rising
efficiency goal by drawing more and more energy from non-carbon
sources. That would create the mass markets for renewables that would
lower their costs and make them economically competitive with coal and
oil.
This plan is one model. There
may be better approaches. But we no longer have the luxury of thinking
in terms of nationalism. The global climate does not recognize man-made
boundaries. The countries of the world need to join together in a
project to rewire the world with clean energy as quickly as humanly
possible. Otherwise, our history as a civilized species will soon be
truncated by the momentum of runaway climate change.
Look out
the window. Time's up. --------------------------------------------------- Ross Gelbspan, a 30-year-journalist, is author of The Heat Is On (1998) and Boiling Point (2004) and maintains the website: www.heatisonline.org. He wrote this article for Perspective. |
OVERHEIDSTAKEN
Het
'gewenste' regeringsbeleid
http://climate.indymedia.org/
DOMHEID
In
de VS is van beleid tegen het broeikaseffect ook geen sprake
Waterstof:
de energiebron van de toekomst
?
De volledige tekst van het
verdrag van Kyoto
http://www.xs4all.nl/~stgvisie/kyoto_tekst_nl.html
Stichting
Visie
KVK 41210915
Postgiro 1611436 Amsterdam
*
Redirect energy subsidies in industrial nations. The United States
spends more than $20 billion a year to subsidize coal and oil;
industrial countries overall spend about $200 billion. If those
subsidies were withdrawn from carbon fuels and put behind renewable
energy sources, oil companies would follow the money and use it to
retool and retrain their workers to become aggressive developers of
fuel cells, wind farms, and solar systems.
* Create a fund of about $300 billion a year
to transfer clean energy
to poor countries. Virtually all developing countries would love to go
solar; virtually none can afford it. China is home to some of the most
air-polluted cities in the world. Others include Bangkok, Thailand,
Santiago, Chile and Mexico City. * The
fund could be financed by a small tax on international currency
transactions, which total more than $1.5 trillion every day. A tax of a
quarter-penny-per-dollar on those transactions would yield about $300
billion a year for windfarms in India, solar assemblies in El Salvador,
fuel cell factories in South Africa, and vast solar-powered hydrogen
farms in the Middle East. Alternatively,
financing could come from a carbon tax in industrial countries or a tax
on international airline travel.
*
Establish a mandatory fossil fuel efficiency standard that rises 5
percent per year. Starting at its current baseline, each country would
produce the same amount of goods next year with
5 percent less carbon fuel or produce 5 percent more with the same
amount of carbon fuel -- until the 70 percent reduction was attained.
Nations
would initially meet the goal through low-cost efficiency measures.
When those efficiencies were exhausted, countries would meet the rising
efficiency goal by drawing more and more energy from non-carbon
sources. That would create the mass markets for renewables that would
lower their costs and make them economically competitive with coal and
oil.
This plan is one model. There
may be better approaches. But we no longer have the luxury of thinking
in terms of nationalism. The global climate does not recognize man-made
boundaries. The countries of the world need to join together in a
project to rewire the world with clean energy as quickly as humanly
possible. Otherwise, our history as a civilized species will soon be
truncated by the momentum of runaway climate change.
Look out the window. Time's up.
© Ross Gelbspan --------------------------------------------------- Ross Gelbspan, a 30-year-journalist, is author of The Heat Is On (1998) and Boiling Point (2004) and maintains the website: www.heatisonline.org. He wrote this article for Perspective. |
Kunnen
regeringen leren?
Jaap van Ginniken 3 juli 2004 Algemeen Dagblad Pagina 11 Een generatie geleden werd de Oosterscheldedam sluipenderwijs
vele miljarden
duurder dan begroot. Ditmaal is het de Betuwelijn. Waarom? Een
Amerikaanse
politiek psycholoog schreef ooit een prikkelend boek met als
provocerende
titel: Kunnen regeringen leren? Naar analogie van de vraag: kunnen apen
taal begrijpen? Het antwoord verbaast. GroenFront! blokkeert eerste trein Betuweroute |
Goodbye sunshine
Each year less light reaches the surface of the Earth. No one is sure what's causing 'global dimming' - or what it means for the future. In fact most scientists have never heard of it. By David Adam David AdamThursday December 18, 2003 Guardian In 1985, a geography researcher called Atsumu Ohmura at the Swiss Federal Institute of Technology got the shock of his life. As part of his studies into climate and atmospheric radiation, Ohmura was checking levels of sunlight recorded around Europe when he made an astonishing discovery. It was too dark. Compared to similar measurements recorded by his predecessors in the 1960s, Ohmura's results suggested that levels of solar radiation striking the Earth's surface had declined by more than 10% in three decades. Sunshine, it seemed, was on the way out.The finding went against all scientific thinking. By the mid-80s there was undeniable evidence that our planet was getting hotter, so the idea of reduced solar radiation - the Earth's only external source of heat - just didn't fit. And a massive 10% shift in only 30 years? Ohmura himself had a hard time accepting it. "I was shocked. The difference was so big that I just could not believe it," he says. Neither could anyone else. When Ohmura eventually published his discovery in 1989 the science world was distinctly unimpressed. "It was ignored," he says. It turns out that Ohmura was the first to document a dramatic effect that scientists are now calling "global dimming". Records show that over the past 50 years the average amount of sunlight reaching the ground has gone down by almost 3% a decade. It's too small an effect to see with the naked eye, but it has implications for everything from climate change to solar power and even the future sustainability of plant photosynthesis. In fact, global dimming seems to be so important that you're probably wondering why you've never heard of it before. Well don't worry, you're in good company. Many climate experts haven't heard of it either, the media has not picked up on it, and it doesn't even appear in the reports of the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). "It's an extraordinary thing that for some reason this hasn't penetrated even into the thinking of the people looking at global climate change," says Graham Farquhar, a climate scientist at the Australian National University in Canberra. "It's actually quite a big deal and I think you'll see a lot more people referring to it." That's not to say that the effect has gone unnoticed. Although Ohmura was the first to report global dimming, he wasn't alone. In fact, the scientific record now shows several other research papers published during the 1990s on the subject, all finding that light levels were falling significantly. Among them they reported that sunshine in Ireland was on the wane, that both the Arctic and the Antarctic were getting darker and that light in Japan, the supposed land of the rising sun, was actually falling. Most startling of all was the discovery that levels of solar radiation reaching parts of the former Soviet Union had gone down almost 20% between 1960 and 1987. The problem is that most of the climate scientists who saw the reports simply didn't believe them. "It's an uncomfortable one," says Gerald Stanhill, who published many of these early papers and coined the phrase global dimming. "The first reaction has always been that the effect is much too big, I don't believe it and if it's true then why has nobody reported it before." That began to change in 2001, when Stanhill and his colleague Shabtai Cohen at the Volcani Centre in Bet Dagan, Israel collected all the available evidence together and proved that, on average, records showed that the amount of solar radiation reaching the Earth's surface had gone down by between 0.23 and 0.32% each year from 1958 to 1992. This forced more scientists to sit up and take notice, though some still refused to accept the change was real, and instead blamed it on inaccurate recording equipment. Solar radiation is measured by seeing how much the side of a black plate warms up when exposed to the sun, compared with its flip side, which is shaded. It's a relatively crude device, and we have no way of proving how accurate measurements made 30 years ago really are. "To detect temporal changes you must have very good data otherwise you're just analysing the difference between data retrieval systems," says Ohmura. Stanhill says the dimming effect is much greater than the possible errors (which anyway would make the light levels go up as well as down), but what was really needed was an independent way to prove global dimming was real. Last year Farquhar and his group in Australia provided it. The 2001 article written by Stanhill and Cohen sparked Farquhar's interest and he made some inquiries. The reaction was not always positive and when he mentioned the idea to one high-ranking climate scientist (whose name he is reluctant to reveal) he was told: "That's bullshit, Graham. If that was the case then we'd all be freezing to death." But Farquhar had realised that the idea of global dimming could explain one of the most puzzling mysteries of climate science. As the Earth warms, you would expect the rate at which water evaporates to increase. But in fact, study after study using metal pans filled with water has shown that the rate of evaporation has gone down in recent years. When Farquhar compared evaporation data with the global dimming records he got a perfect match. The reduced evaporation was down to less sunlight shining on the water surface. And while Stanhill and Cohen's 2001 report appeared in a relatively obscure agricultural journal, Farquhar and his colleague Michael Roderick published their solution to the evaporation paradox in the high-profile American magazine Science. Almost 20 years after it was first noticed, global dimming was finally in the mainstream. "I think over the past couple of years it's become clear that the solar irradiance at the Earth's surface has decreased," says Jim Hansen, a leading climate modeller with Nasa's Goddard Institute for Space Studies in New York. The missing radiation is in the region of visible light and infrared - radiation like the ultraviolet light increasingly penetrating the leaky ozone layer is not affected. Stanhill says there is now sufficient interest in the subject for a special session to be held at the joint meeting of the American and Canadian geophysical societies in Montreal next May. So what causes global dimming? The first thing to say is that it's nothing to do with changes in the amount of radiation arriving from the sun. Although that varies as the sun's activity rises and falls and the Earth moves closer or further away, the global dimming effect is much, much larger and the opposite of what would be expected given there has been a general increase in overall solar radiation over the past 150 years. That means something must have happened to the Earth's atmosphere to stop the arriving sunlight penetrating. The few experts who have studied the effect believe it's down to air pollution. Tiny particles of soot or chemical compounds like sulphates reflect sunlight and they also promote the formation of bigger, longer lasting clouds. "The cloudy times are getting darker," says Cohen, at the Volcani Centre. "If it's cloudy then it's darker, but when it's sunny things haven't changed much." More importantly, what impact could global dimming have? If the effect continues then it's certainly bad news for solar power, as darker, cloudier skies will reduce its meagre efficiency still further. The effect on photosynthesis, and so on plant and tree growth, is more complicated and will probably be different in various parts of the world. In equatorial regions and parts of the southern hemisphere regularly flooded with light, photosynthesis is likely to be limited by carbon dioxide or water, not sunshine, and light levels would have to fall much further to force a change. In fact, in some cases photosynthesis could paradoxically increase slightly with global dimming as the broken, diffuse light that emerges from clouds can penetrate deep into forest canopies more easily than direct beams of sunlight from a clear blue sky. But in the cloudy parts of the northern hemisphere, like Britain, it's a different story and if you grow tomatoes in a greenhouse you could be seeing the effects of global dimming already. "In the northern climate everything becomes light limiting and a reduction in solar radiation becomes a reduction in productivity," Cohen says. "In greenhouses in Holland, the rule of thumb is that a 1% decrease in solar radiation equals a 1% drop in productivity. Because they're light limited they're always very busy cleaning the tops of their greenhouses." The other major impact global dimming will have is on the complex computer simulations climate scientists use to understand what is happening now and to predict what will happen in the future. For them, global dimming is a real sticking point. "All of their models, all the physics and mathematics of solar radiation in the Earth's atmosphere can't explain what we're measuring at the Earth's surface," Stanhill says. Farquhar agrees: "This will drive what the modellers have to do now. They're going to have to account for this." David Roberts, a climate modeller with the Met Office's Hadley Centre, says that although the issue of global dimming raises some awkward questions, some of the computer simulations do at least address the mechanisms believed to be driving it. "Most of the processes involving aerosols and formation of clouds are already in there, though I accept it's a bit of a work in progress and more work needs to be done," Roberts says. Another big question yet to be answered is whether the phenomenon will continue. Will our great grandchildren be eating lunch in the dark? Unlikely, though few studies are up to date enough to confirm whether or not global dimming is still with us. "There's been so little done that nobody really understands what's going on," Cohen says. There are some clues though. O hmura says that satellite images of clouds seem to suggest that the skies have become slightly clearer since the start of the 1990s, and this has been accompanied by a sharp upturn in temperature. Both of these facts could indicate that global dimming has waned, and this would seem to tie in with the general reduction in air pollution caused by the scaling down of heavy industry across parts of the world in recent years. Just last month, Helen Power, a climate scientist at the University of South Carolina published one of the few analyses of up-to-date data for the 1990s and found that global dimming over Germany seemed to be easing. "But that's just one study and it's impossible to say anything about long-term trends from one study," she cautions. It's also possible that global dimming is not entirely down to air pollution. "I don't think that aerosols by themselves would be able to produce this amount of global dimming," says Farquhar. Global warming itself might also be playing a role, he suggests, by perhaps forcing more water to be evaporated from the oceans and then blown onshore (although the evidence on land suggests otherwise). "If the greenhouse effect causes global dimming then that really changes the perspective," he says. In other words, while it keeps getting warmer it might keep getting darker. "I'm not saying it definitely is that, I'm just raising the question." Ultimately,
that and other questions will have to be considered by the scientists
around the world who are beginning to think about how to prepare the
next IPCC assessment report, due out in 2007. "The IPCC is the group
that should investigate this and work out if people should be scared of
it," says Cohen. Whatever their verdict, at least we are no longer
totally in the dark about global dimming. Global Dimming: A Review of the Evidence, G Stanhill and S Cohen Agricultural and Forest Meteorology Volume 107 (2001), pages 255-278 The Cause of Decreased Pan Evaporation Over the Past 50 Years, M Roderick and G Farquhar Science Volume 298 (2002), pages 1410-1411 Observed
Reductions of Surface Solar Radiation at Sites in the US and Worldwide,
B Liepert Geophysical Research Letters Volume 29 (2002), pages
1421-1433 Environmental Risk of Supersonic Jets ProbedBy
William J. Cromie 12
December 1996 Gazette
Staff http://www.news.harvard.edu/gazette/1996/12.12/EnvironmentalRi.html The startling discovery looms as a possible monkey wrench in the plans of the U.S. and other nations to build supersonic commercial airliners that will cut hours off a trip across the Pacific Ocean. "Many people are trying to predict the effects of exhaust gases and particles on the stratospheric ozone that protects us from harmful ultraviolet radiation from the sun," says Steven Wofsy, Gordon McKay Professor of Atmospheric and Environmental Sciences. "Computer models have been developed in laboratories and many measurements made from research aircraft, but this was the first time we obtained information about real airplanes flying in the stratosphere." "The results have made a lot of people nervous," continues Paul Wennberg, a research associate in chemistry. "The surprising number of particles are very tiny -- millionths of an inch in size. We have no idea what they are made of, and they could alter our predictions of how the new commercial aircraft will affect ozone levels and, perhaps, global warming."
Four Hours to Tokyo One thing Wofsy, Wennberg, and their Harvard colleagues know for certain: there have been a lot of surprises in the stratosphere and there will probably be many more. This cold, calm region of our atmosphere begins between 5 and 11 miles high, and extends up to roughly 30 miles. This transition area between the turbulent, cloudy lower atmosphere and near-space contains the ozone layer that shields us from the radiation that is implicated in skin cancer, cataracts, and crop damage and other ecological calamities. The U.S. runs a $500 million research program to investigate the feasibility of the so-called High Speed Civil Transports (HSCT), which would pass through the lower part of the stratosphere on their way to Asia, Europe, and Australia. In one scenario, you could board a HSCT in Los Angeles in the morning and arrive in Tokyo four hours later. Before investing billions of dollars on these swift aircraft, however, the airlines industry wants to know how the gases and particles they belch out will affect the environment. To find out, researchers from various universities and federal agencies put instruments aboard National Aeronautics and Space Administration aircraft that fly as high as 14 miles. These aircraft, formerly called U-2s and now ER-2s, were designed for military spy missions. During the past four years Wofsy's Harvard team has flown instruments on more than 100 flights, which covered the stratosphere from the Arctic to the Antarctic at altitudes ranging from 5 to 13 miles. One goal of these high-in-the-sky missions is to determine how long gases that rise from the turbulent lower atmosphere stay in the more stable stratosphere. The team uses measurements of carbon dioxide, which comes from smokestacks and tailpipes, to track air movements into and within the stratosphere Their results were unexpected. "We determined that such gases move upward in tropical areas and spread rapidly into both the Northern and Southern Hemispheres," notes Kristie Boering, a research associate in atmospheric chemistry. "They stay in the stratosphere an average of five years before descending into the middle latitudes and polar regions. The longer gases stay in the stratosphere, the more pollutants from stratoliners may build up. We estimate that pollutant concentrations from proposed aircraft flying in the stratosphere will be 25 to 100 percent greater than previously expected," Boering wrote in a report published recently in the journal Science. That sounds like bad news. "Not necessarily," Boering counters. "It helps us to test whether computer models that simulate the atmosphere are accurate. The models are used to predict the consequences of increased levels of gas and particles, natural and artificial, on ozone depletion and global warming. Our results have already improved these computer simulations. If models and measurements continue to agree, that will increase confidence in our predictions of the impact of HSCT emissions." Ozone |